Fonografie Muziek

SATIE ALS STIMULANS

SATIE ALS STIMULANS

 

Hoewel hij in sommige kringen nog steeds wordt beschouwd als een excentrieke lichtgewicht, was Erik Satie in zijn tijd een van de invloedrijkste figuren op het gebied van de zogenaamd klassieke muziek in Frankrijk.

Ravel heeft altijd eer betuigd aan de man die hij eenvoudigweg ‘de voorloper’ noemde en de jonge Debussy een tijd lang zijn dierbaarste vriend – werd door Satie aangemoedigd om eindelijk te breken met het Wagnerianisme en het zwaar romantische Sauerkraut.

In essentie was Satie de typische eenling, die met moeite zijn kostje bij elkaar scharrelde door als pianist in de cafés in Montmartre te spelen. Steeds gekleed in een grijsfluwelen pak en met bolhoed.

Onder connaisseurs in Parijs was hij vooral bekend als componist van spitsvondige, grillige pianostukjes met raadselachtige titels en fantastische titels.

Composities met titels als Préludes flasques pour un chien, Embryons dessechés, Sonatine bureaucratique, Cinq grimaces die werden gepubliceerd met weinig behulpzame aanwijzingen voor de uitvoering als ‘Verbaas je over jezelf’, ‘Wees helderziende’ maakte Satie zich een voorloper van het Dadaïsme en het Surrealistische, terwijl de combinatie van het droefgeestige en satirische humor ze een unieke, maar wel typisch Frans aanzien geeft.

Vanaf het midden van de jaren 1910 gold Satie als de het schoolvoorbeeld van de antiromanticus, met name voor de aarts trendsetter Jean Cocteau met wie hij aan het ballet Parade (1917) samenwerkte en dat een volgend schandaal werd voor Diaghilevs Ballets ruses na de opwinding over Stravinsky’s Sacre du printemps in 1913. Maar in dit geval ging het niet zozeer om Satie’s muziek of Cocteau’s scenario, maar om de driedimensionale kostuums van Picasso.

Satie zelf was altijd erg gul in zijn steun aan jonge musici, met name aan de leden van Les six. Vooral Poulenc en Milhaud zagen in Satie’s onafhankelijkheid van traditionele muzikale modellen een uitgangspunt dat toy verdere uitwerking lokte.

Satie werkte opnieuw met Cocteau (en Picasso) samen in Les aventures de Mercure (1924), maar stapte voor zijn laatste ballet Relâche (ook 1924) geheel over naar de wereld van de surrealisten. Relâche is de naam voor de periode dat een theater tussen twee voorstellingen is gesloten en waarna het publiek weer komt voor een première om te merken dat het theater nog steeds is gesloten ben die première pas drie dagen later plaatsvindt.

Het nonsens scenario en het decor (het toneel was volgehangen met grammofoonplaten) waren van Francis Picaba en tijdens de pauze werd een korte film van René Clair met de titel Entr’acte vertoond; Satie trad zelf in die film op. Net als bij Parade is de muziek nadrukkelijk onschuldig en tamelijk onschadelijk.

Triest genoeg kreeg Satie juist toen zijn ster rijzende was gezondheidsproblemen wat deels te wijten was aan zijn royale inname van spiritualiën. Hij overleed op 59-jarige leeftijd in 1925 aan levercirrose.

Tot het vele eerbetoon dat hem na zijn dood deelachtig werd, behoort deze uitspraak van Milhaud: “De zuiverheid van zijn kunst, zijn afkeer van alle concessies, zijn verachting voor geld en zijn meedogenloze houding jegens critici waren een geweldig voorbeeld voor ons.”

In feite is Satie’s artistieke erfenis veel groter dan uit de woorden van Milhaud blijkt. De tijdloze, richtingloze eigenschappen van zijn werk waren bijvoorbeeld van invloed op John Cage; zijn idee van musique d’ameublement liep vijftig jaar of andere muziekontwikkelingen tot Muzak aan toe vooruit en de eenvoud en de constante herhalingen in zijn werk met het 840 maal te herhalen Vexations als extreem voorbeeld, bezorgde de Minimalisten een inspirerend historisch precedent.