CD Recensies

ADAMS: ABSOLUTE JEST; GRAND PIANOLA MUSIC

Adams: Absolute jest; Grand pianola music. Saint Lawrence kwartet, Micaela Haslam (s), Joanna Forbes l‘Estrange (s), Heather Cairncross (a), Orii Shaham (p), Marc-André Hamelin (p) met het San Francisco symfonie orkest o.l.v. Michael Tilson Thomas. San Francisco Symphony orchestra SFS 0063 (57’34”). 2015

 

In wezen is een komedie een ernstige zaak en als musicus kun je ook niet achteloos aan Beethoven voorbijgaan. De inspiratie voor zijn Grand pianola music (1982) was daarvan nog slechts een gering blijk. Hier gaat het volgens de componist om een ‘kolossaal, vijfentwintig minuten durend scherzo’ dat is gebaseerd op materiaal uit Beethovens scherzi uit de strijkkwartetten op. 131, 135, de grote fuga, de symfonieën nr. 7 en 9 en de Waldstein sonate. Om dat kracht bij te zetten en te verhelderen plaatst hij een lichtelijk versterkt strijkkwartet tegenover het orkest dat bestaat uit blazers, slagwerk, strijkers, celesta, harp, koeklokken en een speciaal gestemde piano. Hier kunnen we ’s componisten inventiviteit bewonderen, want de muziek is afgezien van een feestje der herkenning heel boeiend. Op. 135 speelt de belangrijkste rol.

Hier wordt Beethoven serieus genomen in een ritmisch en contrapuntisch knap werk zodat de luisteraar met en over hem kan lachen in deze uitbundige muziek.

Een paar uitgaven van de Grand pianola music zijn voorhanden, bijvoorbeeld van het Nederlands Blazersensemble (Chandos CHAN 9363), plus twee  andere van Wilson (EMI 747.331-2) en Adams zelf uit 1993 (Nonesuch 7559-79219-2), maar deze nieuwe verklanking onder de componist zelf benadert beter wat de bedoeling is door de inbreng van drie elektronisch versterkte vrouwenstemmen naast de 2 piano’s, blazers en het slagwerk.

De inspiratie van deze pure, lichtelijk hypnotiserende minimal music ontleende de componist aan een droom toen hij tijdens een autorit twee zwarte stretched limousines zag veranderen in langgerekte Steinway vleugels. In het werk komen we gefragmenteerd een gezelschap tegen dat bien étonné de se trouwer ensemble moet zijn geweest: Beethoven, Rachmaninov, Liberace, Wagner, The Supremes, Ives en Sousa. Het is haast teveel van het goede. Leuk is er vooral aan de brokjes uit te herkennen; aan ritmisch pulserende vitaliteit ontbreekt het niet, maar een meesterwerk mag men het niet noemen, al zijn de piano cascades mooi gevonden. Verder zijn de uitvoeringen erg fraai en enthousiast.