CD Recensies

ABRAHAMSEN: LET ME TELL YOU, HANNIGAN

Abrahamsen: Let me tell you. Barbara Hannigan met het Symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. Andris Nelsons. Winter & Winter 910.232-2 (32’30”). 2015 

 

Een klein wonder geschiedde, want hoe is het mogelijk dat een half uur durende eigentijdse orkestliederencyclus meteen een wereldsucces werd? Het materiaal moet enigszins vertrouwd en toegankelijk zijn en het moet – prijsgekroond met de Amerikaanse Grawemeyer Award – door topmusici worden uitgevoerd. Dat is hier meteen raak gedaan door degene voor wie het bij eerste kennismaking mogelijk wat raadselachtige werk misschien dan wel niet op het lijf, maar dan toch op de unieke stembanden is geschreven en een wereldklasse orkest als het Münchense plus dito (gemiste Amsterdamse kans) dirigent Andris Nelsons. Maar waar gaat het in feite om?

De Deense componist Hans Abrahamsen (1952) die intussen zijn wilde, deels seriële en minimalistische haren kwijt is, wilde als neo-eclecticus na aandrang van Hannigan een libretto van de novelle Let me tell you van schrijver Paul Griffiths uit 2008 op muziek zetten. De in een karig Shakespeareaans vocabulaire geschreven zeven gedichten, die in drie delen zijn verdeeld, hebben betrekking op Ophelia’s verleden, heden en toekomst.

Het werk opent met ‘So: Now I come to speak.  At last. I will tell you all I know….’ Daarop volgt de omgekeerde Hamlet geschiedenis, gezien door de ogen van de vrouw die haar vader en haar broer verliest, die wordt verlaten en die tenslotte, krankzinnig geworden, zelfmoord pleegt.

Barbara Hannigan werd uitgenodigd om daarmee tijdens een verrasing party voor de schrijver/criticus op te treden en stelde voor om hiermee een opdracht van het Berlijns filharmonisch orkest uit te lokken. Overtuigd van de kwaliteit van de muziek, gaf het orkest die opdracht, zodat de compositie levensvatbaar werd. Hannigan en Nelsons voerden het werk in Berlijn en München uit, er waren optredens met het Rotterdams filharmonisch orkest onder Nézet-Séguin, in Birmingham ook met Nelsons, in Göteborg en er volgen er vast meer.

Van meet af aan is Hannigan vergroeid met deze compositie die ondanks wat ongewone intervallen en ritmen vooral lyrisch,nieuw romantisch en dus tijdloos van aard is. Het uiten van een groot aantal emoties – bedroefd, woedend, doch vooral berustend – lukt haar prachtig.

Na de tekst:

‘The snow flowers are all like each other

and I cannot keep my eyes in one.

I will give up this and go on.

I will go on.’

Sterft Ophelia en met haar de muziek.

Dat het deze bijzondere ervaring na een half uur voorbij is, kunnen we alleen maar jammer vinden.