CD Recensies

ADAMS: VIOOLCONCERT, HANSLIP

Adams: Vioolconcert; Enescu/Waxman: Roemeense rapsodie nr. 1; Waxman: Tristan und Isolde fantasie. Chloë Hanslip (v) en Charles Owen (p) met het Royal philharmonic orkest o.l.v. Leonard Slatkin. Naxos 8.559302 (63’49”). 2005

Met de American Classics serie van Naxos is het zo wat. Rijp en groen worden er zonder veel structuur in gecombineerd. Deze cd levert daarvan een duidelijk voorbeeld. Het ‘rijpe’ gedeelte wordt gevormd door Adams’ Vioolconcert, het ‘groene’, dat wil zeggen nogal onbelangrijke, vluchtige gedeelte door het werk van Corigliano  en de arrangementen van Franz Waxman. De aan Barber, Schuman, Carter, Rorem en Glass gewijde opnamen uit de serie hebben een consistenter hoog compositorisch niveau.

Wie ten volle van Corigliano’s Chaconne uit The red violin wil genieten, zou eigenlijk eerst eens moeten luisteren naar de volledige soundtrack van François Girards gelijknamige film uit 1998 om nader kennis te maken met de vrije, eclectische en postmoderne stijl van deze componist. In die film wordt een reis door de tijd gemaakt, beginnend in het zeventiende eeuwse Cremona en eindigend in het hedendaagse Montréal met als tussenstations Wenen, Rome, Oxford en Shanghai.

Die overheersend vrij sombere, ongeveer 17 minuten durende Chaconne is namelijk gebaseerd op de eerste gedeelten uit die filmmuziek – Anna’s thema, de chaconne en de solostudies aan het eind van het in Wenen spelende gedeelte). Het is tot op zekere hoogte een interessant concertant stuk, dat voor het eerst door Joshua Bell en het Philharmonia orkest o.l.v. Salonen met de nodige bravoure ten doop werd gehouden op Sony SK 63010.

Waxman reduceerde Enescu’s eerste Roemeense rapsodie tot een onbetekenend niemendalletje van 2’26” als parafrase van het korte, felle tweede gedeelte met een geïntegreerde vioolsolo. De Tristan und Isolde fantasie stamt uit de film Humoresque (1946) over een ongelukkige liefde van een ambitieuze violist. Vandaar de solopartij in dit opgeblazen technicolor stuk dat ook een belangrijke concertante pianopartij bevat en 11’02” duurt.

Pas na deze vrij flauwe voorspijzen (eigenlijk eerder als toegiften geschikt) volgt de belangrijke hoofdschotel: Adams’ Vioolconcert uit 1993 waarvan Jorja Fleezanis de wereldpremière verzorgde, maar Gidon Kremer zes maanden later de Europese- en de cd première verzorgde (Nonesuch 7559-79360-2); in 1998 werd het werk ook nog door Robert McDuffie vastgelegd (Telarc CD 80494).

Wie meende dat Kremer voor een optimale interpretatie – met een zachtglanzende, buigzame en voor zijn doen warme toon – van dit werk zorgde, zal mogelijk zijn mening moeten herzien na het beluisteren van de onderhavige uitvoering door je jonge Engelse Hanslip die hier verbluft met een uitermate geëngageerde, rijk genuanceerde, bijzonder genuanceerde realisatie. Zij redt vooral met dit werk en deze prachtvertolking dit plaatje.