CD Recensies

WEINBERGER: SCHWANDA, DE DOEDELZAKSPELER E.A.

Weinberger: Schwanda, de doedelzakspeler. Hermann Prey (b., Schwnda), Lucia Popp (s., Dorotka), Siegried Jerusalem (t., Barbinsky), Gwendolyn Killebrew (ms., ijskoningin), Alexander Malta (bs., tovenaar), Siegmund  Nimsgern (bs., duivel) met koor en orkest van de Münchense omroep o.l.v. Heinz Wallberg. Sony 88985-47041-2 (2 cd’s, 2u., 05’46”). 1988

Weinberger: ‘Ouverture’, ‘dzemek’, ‘Furiant’, ‘Voorspel tweede akte’, ‘Polka’, ‘Fuga’ uit Schwanda, de doedelzakspeler; Boheemse dansen en liederen nr. 1-6; Ouverture De geliefde stem. Staatsphilharmonie Rheinland-Pfalz o.l.v. Karl-Heinz Steffens. CPO 777.513-2 (55’18”). 2009

De in Praag geboren Tsjechisch-Amerikaanse, door zelfmoord omgekomen  componist Jaromir Weinberger (1896 - 1967) die sinds 1922 in de V.S. leefde schreef zijn ‘volksopera’ Schwanda, de doedelzakspeler in 1927 op een libretto van Miloš Kareš.

Bij de eerste opvoering in Praag oogstte het werk meteen succes, maar in 1933 werd het door de Nazi’s op de lijst met ‘Entartete Musik’ geplaatst, wat bijdroeg aan het uit de belangstelling raken.

In de twee aktes met vijf scènes wordt een volksverhaal uit de doeken gedaan over de simpele boer Schwanda die een begaafde doedelzakspeler is en die de op de vlucht zijnde boef Babinsky ontmoet met alle gevolgen van dien. Schwanda en Dorotka zijn nog maar kort getrouwd als Babinsky zijn intrek neemt in hun boerderij en hen overhaalt om met hem op avontuur te gaan. Ze belanden aan het hof van de ijskoningin, die onder invloed staat van de boosaardige tovenaar die haar opdraagt de prins te vermoorden. Schwanda verbreekt met zijn spel de betovering en de koningin wil nu met heem trouwen. Deze gaat op dat aanbod in, maar dan verschijnt Dorotka om dat te verhinderen tot ergernis van de koningin. Ze zet Sschwanda en Dorotka gevangen en Schwanda wordt ter dood veroordeeld. Babinsky helpt Schwanda te redden en deze vermaakt met zijn spel de menigte die naar zijn executie kwam kijken en weet te vluchten. Dorotka vergeeft hem niet zo snel zijn korte escapade met de koningin en verdwijnt in de hel. Babinsky verklaart Dorotka zijn liefde, maar zij vraagt hem om eerst Schwanda te redden. Daar wil de duivel ook genieten van Schwanda’s spel, maar speelt liever kaart met hem op verzoek van de intussen gearriveerde Babinsky.Door nog meer te sjoemelen dan de duivel wint Babinsky het spel en redt zo Schwanda. Babinsky verdwijnt van het toneel op zoek naar nieuwe avonturen.

Tot de hoogtepunten behoren de aria’s ‘Coz zapomemenout mozno v srdci uprimnem na svoji rodnou zem’ van Schwanda en ‘O já neštastná’ van Dorotka. De zirgeloze Babinsy heeft zijn mooie ‘O, já nestašta’.

Over de hele linie staat de kleurige, idiomatische en levendige Münchense uitvoering op hoog peil. Het wek blijkt in de traditie van Smetana’s Verkochte bruid te staan. Hermann Prey is een geloofwaardige Schwanda, Lucia Popp een innemende, frisse Dorotka, Siefried Jerusalem een welsprekende, heldhaftige Babinsky, Gwendolyn Killebrew een knappe ijskoningin en Siegfried Nimsgern een schurkachtige duivel.

Als geheel is deze opname beter geslaagd dan die van Julian Reynolds (Naxos 8.660146/7) uit 2003.

Wie genoeg heeft aan orkestrale hoogtepunten (en/of een hekel heeft aan zang), zal veel genoegen beleven aan de opname van Steffens die meteen een paar andere mooie werken biedt.