CD Recensies

VAUGHAN WILLIAMS: JOB; SYMFONIE NR. 9

Vaughan Williams: Job, a masque; Symfonie nr. 9 in e. Bergen filharmonisch orkest o.l.v. Andrew Davis. Chandos CHSA 5180 (77’29”). 2016

 

De blijvende gevolgen van zijn oorlogsjaren in Frankrijk tijdens W.O. I hebben er nooit toe geleid dat Vaughan Williams afstand deed van zijn lyrisch-pastorale stijl die hij in de voorafgaande vijftien jaar had ontwikkeld.

Her verbreedde eerder zijn vocabulaire aangezien hij op zoek ging naar een muzikale uitdrukking van de duisterste, menselijke gevoelens. Nergens is dat zo goed te merken in Job (1930), dat door de componist werd omschreven als een maskerade om op te dansen.

Hij schreef dit werk naar aanleiding van Blake’s 21 illustraties bij het Bijbelboek Jo. Her ballet was bedoeld voor Diaghilev, maar deze wees het af omdat het te ‘Engels’ was. Daarmee verwees hij mogelijk naar bepaalde dansvormen als de pavane en de gaillarde

Het verhaal vertelt hoe Jobs geloof in God op de proef wordt gesteld door Satan. Na de expositie van Jobs gezinsleven, daagt Satan God uit en krijgt hij toestemming om Job op de proef te stellen.

Na Satans hatelijke ‘triomfdans’ sterven Jobs zeven zonen en dochters. Daarna heeft de hoofdpersoon een visioen waarin hij pest, hongersnood en oorlog ziet voordat hij verneemt dat zijn rijkdom en bezittingen zijn vernietigd. In de ‘Dans van Jobs troosters’ wordt hem misleidend medeleven geboden, maar uiteindelijk wordt Jobs geloof beloond met Gods zegen, waarna de oude man nog een paar gelukkige jaren beleeft. Michael Kennedy zei over het ballet: “Dit werk markeert de opkomst van het Engelse ballet dat zich heeft bevrijd van nabootsing”.

Er bestanden best al wat goede opnamen van Job: David Lloyd-Jones (Naxos 8.553955), Handley (Warner 7243-575.314-2), Boult (Warner 7243-573.924-2) en zelfs een eerdere van Andrew Davis, toen met het BBC symfonie orkest (Warner 0927-444.394-2).

Nu leidt Davis het voortreffelijke Noorse orkest in een fraaie, boeiende uitvoering. De rustiger momenten bezitten een prachtige elegantie en lyriek met de warme klanken van het volledige orkest. De plotse verschijningen van Satan hebben iets angstaanjagends en de inzet van het orgel in de zesde scène heeft een vergelijkbaar effect.

Andrew Davis nam de negen symfonieën van Vaughan Williams tussen 1990 en 1995 al eens op (Warner 2564-61730-2, 6 cd’s), maar alleen al gerekend naar de geluidskwaliteit in deze Negende beter, al zijn de interpretatieve verschillen niet zo groot. De Negende dateert uit 1956/7 en behoort niet tot de makkelijkste. 

Het werk is geïnspireerd op het Wessex uit Tess of the Urbervilles van Thomas Hardy. Veel van het werk klinkt vragend en zorglijk met mooie bijdragen van de flugelhorn, maar in het scherzo spelen saxofoons een belangrijke rol. De finale heeft iets merkwaardigs zonder incidenten, mar vervuld van een vreemde kracht.

Samenvattend: dit is de best klinkende opname van beide werken in topklasse verklankingen.