CD Recensies

VRANICKY: SYMFONIEËN OP. 31 EN OP. 52

Vranicky: Symfonie op. 31 Grande sinfonie caractéristique pour la paix avec la République françoise; Symfonie in D op. 52. NDR Omroeporkest Hanover o.l.v. Howard Griffith. CPO 777.054-2 (57’11”). 2004

Als componist moet je vaak vechten om naamsbekendheid. Als het tegenzit heb je zware concurrentie van collega’s die net wat beter zijn. Dat was duidelijk het geval met de Moravische componist Pavel Vranicky (of Wranicky) (1756 - 1808) die zo’n onontdekte held is uit de klassieke periode.

Hij sas goede maatjes met Mozart en Beethoven in Wenen en Beethoven drong er zelfs op aan dat hij zijn Symfonie nr. 1 zou dirigeren. Met zijn acht symfonieën, 25 strijkkwartetten en 13 opera’s - waaronder meesterwerk Oberon - oogstte Vranicky veel succes, ook buiten Wenen  en stond hij in hoog aanzien bij de keizers Leopold II en Frans II, maar na zijn dood werd hij - naar blijkt ten onrechte - snel vergeten.

Zoals Beethoven in Wellington’s Sieg, die Schlacht bei Vittoria een moment uit de Napoleontische oorlogen schilderde, zo deed ook Vranicky dat in zijn vierdelige Grande sinfonie caractéristique pour la paix avec la République françoise. De titels van die vier delen laten weinig aan duidelijkheid over.

Het tweede deel heet bijvoorbeeld: Schicksal und Tod Ludwigs XVI en het derde Marsch der Engländer. Marsch der Allierten. Tumult einer Schlacht. De muziek is zo kleurrijk als men bij zulke vertoningen mag verwachten, maar boet wel het nodige in op het punt van muzikale consistentie. Vandaar ook de vele kritiek op dergelijke uitingen. Maar het blijft interessant en aardig om ernaar te luisteren in de wetenschap dat ze destijds heel populair waren.

Dat Vranicky ook goede abstracte symfonieën kon schrijven, blijkt uit de latere Symfonie in D. Griffiths geeft beide werken mooi samenhangend en betekenisvol weer, minstens zo goed als Bamert (Chandos CHAN 9916), die wel het voordeel heeft van de extra opgenomen Symfonie in c op. 11. Meer symfonieën van Vranicky - in C op. 2 ‘Vreugde van de Hongaarse natie’, c op. 11/1, D op. 36 en D op. 52 - zijn te vinden bij het Dvorak kamerorkest o.l.v. Bohumil Gregor (Supraphon SU 3875-2).