CD Recensies

SALONEN: ORKESTWERKEN; DICHOTOMIE

Salonen: Foreign bodies; Wing on wing; Insomnia. Fins omroeporkest o.l.v. Esa-Pekka Salonen. DG 477.5375 (66’54”). 2004 

 

Salonen: Helix; Pianoconcert; Dichotomie. Yefim Bronfman met het Los Angeles filharmonisch orkest o.l.v. Esa-Pekka Salonen. DG 477.81003 (60’). 2008

 

Salonen: Vioolconcert; Nyx. Leila Josefowicz met het Fins omroeporkest o.l.v. Esa-Pekka Salonen. DG 479.0628 (48’23”). 2012

 

Componerende dirigenten zijn misschien wat schaars, maar ze zijn geen uitzonderingen. Denk aan Otto Klemperer met twee symfonieën, een stel strijkkwartetten, Psalm 42 en zelfs een Merry Waltz of Wilhelm Furtwängler met drie symfonieën, een pianoconcert, een pianokwintet en  een paar vioolsonates.

Latere vakgenoten hebben het in zoverre aangenamer dat ze meer mogelijkheden hebben om hun werken te laten horen en dat ze daardoor meer internationale verbreiding krijgen en via de media ook meer aandacht.

De nodige productiviteit kan Salonen niet worden ontzegd. De  drie DG cd’s bieden werken uit de periode 2000 tot 2010.

Foreign bodies (2001) geeft impressies weer van een bedreigde natuur en bereikt zijn hoogtepunt in de ritmische ‘Dance’ finale 

De titel Insomnia (2002) doet wat vreemd aan bij een ruim twintig minuten durend stuk dat is opgebouwd uit heftige klankgolven of het moet gaan om een ernstige vorm van slapeloosheid. Maar los van de titel gaat het om een boeiend stuk voor groot orkest.

Wing on Wing werd geschreven voor de opening van de Walt Disney concertzaal in Los Angeles in juni 2004. Het werk is bedoeld is lofzang op de architect Frank Gehry. Diens stem is na een elektronische behandeling op mysterieuze wijze ingelast in een werk van Messiaen-achtige koralen, net als de stemmen van twee vocaliserende sopranen. Ironisch genoeg werd de opname niet ter plekke in L.A., maar in een omroepstudio in Helsinki gemaakt.

Dichotomie (2000) voor pianosolo laat in het klein een dergelijke overlading aan noten horen, te beginnen in een weer agressief uitgevallen eerste deel; het heft iets van Prokofiev op z’n heftigst, maar Bronfman speelt de solopartij en di stuk met bewonderenswaardig elan.

Ook Helix (2005) is weer zo’n massief, overladen klinkend stuk dat een beeld moet oproepen van een met steeds grotere snelheid rondtollende spiraal.

Uit vrijwel al deze werken spreekt een energiek, bij vlagen zelfs turbulent karakter. In het nogal ademloos verlopende Pianoconcert (2007) worden we op de achtergrond herinnerd aan Scriabin, Rachmaninov en Respighi, maar het werk heeft gelukkig ook veel eigens in het ritmische en harmonische en harmonische domein. Het is nogal moeilijk om echt vat te krijgen op het in zich nogal gesloten, haast overdadig georkestreerde concert.

Het vierdelige Vioolconcert (2009) zou met de ondertitels ‘Mirage’, 2x ‘Pulse’ en ‘Adieu’ programmatische associaties moeten wekken, maar welke precies blijft onduidelijk al heeft het werk zeker op grond van de beide middendelen iets balletmatigs. Werkelijk heel mooi en zelfs ontroerend hoogtepunt is de finale in afscheidssfeer.  

Het orkeststuk Nyx (2010) geeft een beeld van de Griekse godin van de nacht en heeft iets van een droom met nachtmerrie achtige dreigende, geheimzinnige ondertonen.

Authenticiteit is gegarandeerd door de eigen werk dirigerende componist. De vertolkingen bezitten panache en klinken gepolijst; de opnamen laten dat duidelijk tot gelding komen.  

Andere werken van Salonen verschenen bij Finlandia en Sony. Eigenlijk zijn de werken van andere Finnen als Kaija Saariaho en Magnus Lindberg veel boeiender en afwisselender.