CD Recensies

SCHULHOFF: STRIJKKWARTET NR. 1; SCHETSEN

Schulhoff: Strijkkwartet nr. 1; Schetsen ‘Esquisses de jazz’ op. 64 nr. 1-6; Dvorak: Strijkkwartet nr. 13 in G op. 106, B. 192.  B. Ragazze kwartet. Channel Classics CCS SA 36815 (64’59”). 2014

 

Česko is de in grote letters vermelde titel van deze cd waarop de vier dames van het Ragazze kwartet: Rosa Arnold (v), Jeanita Vriens (v), Annemijn Bergkotte (va) en Kirsten Jenson (vc) twee Tsjechische of preciezer gezegd Boheemse componisten aan het woord laten. 

In 1920 toen Ervín Schulhoff zijn eerste kwartet schreef (het tweede volgde vijf jaar later) was de wereld in termen van verandering en opschudding getuige van een proces van opgewonden veranderingen. Het was de tijd van de torenhoge DuItse inflatie, maar tevens die van de roaring twenties, de vestiging van de USSR, van Rilke’s Duino Elegien, zowel als van de boeken en geschriften van Kafka, Mann, Musil, Cocteau en Bréton (zijn surrealistisch manifest). 

In dat klimaat schreef Schulhoff dus zijn eerste kwartet, een pakkende en dramatische mysterie tour. 

Vanaf de beginmaten heerst een grote urgentie, gesteund door een breed opgezet klankpalet dat ook ingenieus wordt gebruikt: pizzicato, col legno, sul ponticello, harmonischen (die in de finale heel effectief zijn), dichte harmonische berekeningen en een ritmische vitaliteit die Bartók in herinnering roept: het komt alles voorbij. Het bleke, mogelijk dubbelzinnige coda brengt onwillekeurig het lot van Schulhoffs mede Holocaust oorlogsslachtoffers Krása en Haas in herinnering. Als totaal is het werk aanzienlijk meer dan de som der delen.

Bij de zes Esquisses de jazz schetsen uit 1927 gaat het eigenlijk om een pianowerk (als zodanig te beluisteren van bijvoorbeeld Caroline Weichert (Grand Piano GP 631) die de volledige pianowerken van Schulhoff opnam. Maar ook via een bewerking voor strijkkwartet blijkt de affiniteit die Schulhoff met jazz had, goed tot uiting te brengen zoals deze waarschijnlijke cd première in deze vorm goed laat horen.

Van het Aviv kwartet (Naxos 8.570965) en het Henschel kwartet (Neos 11006) bestaan handige opnamen van beide kwartetten van Schulhoff, samen met bijvoorbeeld de 5 aan Milhaud opgedragen ‘stukken voor strijkkwartet’. Maar deze nieuwe opname klinkt niet alleen beter, is ook in interpretatief opzicht minstens zo geëngageerd.

Met het strijkkwartet nr. 13 uit 1895 dat op het overbekende twaalfde (het Amerikaanse-, want Negerkwartet mag niet meer) volgde, belanden we in vertrouwder, rustiger, romantischer vaarwater. Met een bekoorlijke toon en een goede realisatie van ’s componisten voorkeur voor kruisritmen brengt het Ragazze kwartet de intens zangerige kwaliteiten van dit werk op mooi lyrisch expressieve manier tot uiting. Vergelijk zo nodig het Vlach kwartet (Naxos 8.553371) en het Praags kwartet (DG 463.165-2).