CD Recensies

SEIBER: MORE NONSENSE, KAMERMUZIEK VOOR KLARINET EN NONSENS LIEDEREN

Seiber: More nonsense: Clarinet chamber music and nonsense songs. Divertimento voor klarinet en strijkkwartet; Andantino pastorale; Morgenstern liederen voor sopraan en klarinet nr. 1-3; Introductie en allegro voor piano, klarinet en cello; De uil en het poesje; More nonsense songs nr. 1-4; Serenade voor 2 klarinetten, 2 fagotten en 2 hoorns. Kilian Herold (kl), Anton Hollich (kl), Tino Plener (kl) Nicholas Rommer , Sarah Maria Sun (s), Felix Borel (v), Phillip Roy (v) Hwa-Won Rimmer (v), Raphael Sachs (va), Frank-Michael Guthmann (vc), Carsten Linck (git), Saar Berger (hrn), Rune Brodahl (hrn), Rui Lopes (fag) en Angela Bergmann (fag). AVI 8553370 (49’19”). 2015 

 

De in Boedapest geboren Mátyás Seiber (1905-1960) was een interessante, veelbereisde figuur in het internationale muziekleven. Hij was actief als componist, dirigent, cellist en publicist. In zijn geboortestad studeerde hij cello bij Schiffer en compositie bij Kodály. Na korte tijd les the hebben gegeven in Frankfurt a.d. Main, bereisde hij als scheepsmuzikant alle werelddelen. In 1928 werd hij leraar aan het Hoch Conservatorium in Frankfurt waar hij zich ook met jazz bezighield  en na een reis naar Rusland vestigde hij zich in 1935 in Londen, waar hij aan verschillende instellingen les gaf en zich op het terrein van de moderne muziek bewoog. Daarnaast was hij een autoriteit van de Oosterse muziek en die van de Balkan. 

Zijn muziek ademt een vergelijkbare veelzijdigheid. Deze blijkt ook uit de hier opgenomen kamermuziek met een hoofdrol voor de klarinet. Muziek dis soms iets wilds heeft, maar sims ook iets humoristisch. Dat komt heel mooi uit in de drie nogal mesjogge Morgenstern in 1905 geschreven galgenliederen uit 1929 voor de onverwachte, vrij gedurfde combinatie van sopraan, klarinet en piano waarin een nogal bizarre rondtrekkende knie optreedt en de tekst in een trechter verdwijnt. De muziek daarbij zou ideaal passen in een filmfragment.

Ook de overige werken hebben een hoog spiritueel gehalte en de toelichtingen van Lydia Jeschke bij deze fijne SWR radio opname verhelderen daarover meer. Het musicerende vriendengroepje dat voor deze opname tekende, toont veel gevoel voor de ware esprit van deze stukken en zorgt voor glanzende interpretaties.

Wie meer van Seiber wil horen, zou zijn tijdens een treinreis in 1926 geschetste klarinetconcert dat met een aan het ritme van de wielen op de rails (doperwtjes-en-worteltjes) in de toccata begint en jazzy klinkt in het scherzo (Thea King, Hyperion CDH 55068), of de Cantate Ulysses, met Alexander Young, de Elegie voor altviool en orkest met Cecil Aronowitz en Fragments met Peter Pears ende componist als dirigent (Lyrita SRCD 348).