CD Recensies

SALIERI: MONDO ALLA ROVESCIA, IL

Salieri: Il mondo alla rovescia. Maria Laura Martorana (s., la marchesa), Marco Filippo Romano (bs, la generala), Patrizia Cigna (s., la colonella), Rosa Bove (s., l’aiudante), Emanuele d’Aguanno (t., Amaranto), Krystian Adam (t., Girasole), Maurizio lo Piccolo (bs., Il conte), Gianpiero Ruggi (b., Il Comandante, il gran Colombo) met het Ensemble van de Arena, Verona o.l.v. Federico Maria Sardelli. Dynamic CDS 655/1-2 (2 cd’s, 2u. 19’08”). 2009

 

Humoristen, moralisten en satirici hebben er altijd lol in gehad om zaken om te keren. Deze vrijwel vergeten opera van Salieri die tijdens de operadagen in het Friese Nijetrijne onder de titel De wereld op zijn kop werd opgevoerd is daar een aardige illustratie van. 

Het geestige libretto is van Caterino Mazzolà, een collega van Da Ponte en hofdichter in Dresden, waar hij niet alleen libretti schreef voor Naumann en Schuster, maar ook voor Mozarts La clemenza di Tito. Hij baseerde zich hier op zijn beurt op Goldoni.

Hoewel Salieri’s opera begin 1795 in het Weense Burgtheater in première ging, gaat zijn geschiedenis verder terug in Italië waar Salieri en Mazzolà in 1779 samenwerkten aan L’isola cappriciosa, maar dat stuk werd niet voltooid. Nu werd dat materiaal hergebruikt. Mazzolà had in 1750 al met Galuppi samengewerkt aan een andere Il mondo alla roversa o sia Le donne che comandano.

In wezen gaat het over de achttiende eeuwse opvattingen over de rol der seksen, lang voordat van de huidige genderneutraliteit sprake was. De handeling speelt zich af op een eiland waar de vrouwen de macht hebben. Daar staan een scène waarin de mannen aan het kleren naaien zijn tegenover eentje waar de vrouwen wapens smeden.

Van het Europese vasteland arriveren een graaf en een markiezin die de pret verhogen. De groteske Generala (Marco Filippo Romano) in de dominante figuur in het gezelschap, gezongen door een bas. Ze raakt verliefd op de Graaf, ook een bas (Maurizio lo Piccolo). Samen voeden deze mooi zingend en geestig het niveau aan groteske humor en de verwarring, vooral in hun duetten. Een aardige rol is weggelegd voor het factotum Girasole, Krystian Adam.

De rest van de bezetting, met voorop de Colonella van Patrizia Cigna in fraaie coloraturen (zoals in de aria ‘A trionfar mi chiama’ uit de eerste akte) en de markiezin van Maria Laura Martorana (luister naar ‘Che faro? Che sarà mai?’) doet niet voor haar onder.  

De muziek die Salieri hierbij schreef, is ook kostelijk. De ‘live’ opname uit de Arena in Verona klinkt heel redelijk, alleen had het vele applaus beter kunnen worden weggelaten. Fijn niettemin dat dit spirituele werk een cd première beleeft die meteen in vele opzichten raak is.