CD Recensies

SATIE: PIANOWERKEN DOOR DE BRIL VAN TAMAR HALPERIN

Satie:  ‘Son binocle’ uit Les trois valses distinguées du précieux défgoûté; Morceaux en forme de poire nr. 1-3; Gymnopédies nr. 1-3 ; Pièces froides nr. 1, 2; Gnossiennes nr. 1-6; Songs creux; Désespoir agréable; Choral nr. 1. Tamar Halperin en Guy Sternberg. Neue Meister NM 300.759 (42’10”). 2016

 

De Israëlische klaveciniste en pianiste Tamar Halperin werkte in 2006 samen met jazzpianist Michael Wollny in het cd album Wunderkammer (ACT 9487-2) en gaf daar in 2009 een vervolg aan met Wunderkammer XXL (Act 6011-2, 2 cd’s). Ze treedt ook op als begeleidster van haar man, de altus Andreas Scholl.

Het idee voor dit Satie recital ontstond op basis van van het verhaal dat toen vrienden na zijn dood 1 juli 1925 diens appartement betraden, ze verrast waren over de chaos die ze daar aantroffen. De inboedel bevatte niet alleen alleen een hele verzameling paraplus’s, maar ok twee op elkaar gestapelde vleugels.

In een poging om ter gelegenheid van Satie’s honderdvijftigste verjaardag, 17 mei 2016 met haar landgenoot producer Guy Sternberg een eigentijds klankbeeld te schetsen waarin zijn muziek wordt geplaatst in de invloedssfeer van allerlei ontwikkelingen in de twintigste eeuwse muziekcultuur met grensoverschrijdende muziekstijlen.

Dat doet Halperin niet alleen met behulp van de piano, maar er worden ook een klavecimbel, een hammond orgel, een wurlitzer piano en een Glockenspiel voor ingezet. Sternberg voegt daaraan hier en daar elektronische klankgolven en synthesizer klanken toe.

Centraal staan heel begrijpelijk de Gymnopédies en de Gnossiennes die door het programma zijn verspreid. Daaraan is een aantal leuke andere miniaturen toegevoegd.

Bij de Satiekenner en -bewonderaar, gewend aan bijvoorbeeld Thibaudet (Decca 473.620-2), of, extremer aan De Leeuw (Philips 446.672-2), zal het resultaat gemengde gevoelens oproepen. Soms klinkt de muziek vertrouwd en oorspronkelijk, soms eigenaardig en grillig vertekend of met een halo of een verdubbeling omgeven. In het ergste geval ontaardt dat ik kitsch.

De pianiste maakt van sommige stukken programmamuziek. Zo stelt ze zich bij Gnossienne nr. 5 een vrolijk rokend en drinkend avondlijk gezelschap voor bij aarzelend traag gespeelde dromerige muziek. Overdreven? Alle manipulaties getuigen wel van smaak en zijn vrij subtiel.

Eigenlijk is dit best een leuke uitgave, zo’n Satie-verkeerd.