CD Recensies

SCHUMANN: PIANOCONCERT E.A. GRIMAUD

Schumann: Pianoconcert in a op. 54; Clara Schumann: ‘Er ist gekommen’ op. 12/2 en ‘Warum willst du and’re fragen’ op. 12/11’; ‘Am Strande’; Brahms: Cellosonate nr. 1 in e op. 38; Rapsodieën nr. 1 in b op. 79/1 en in g op. 79/2. Hélène Grimaud (piano) met de Staatskapel Dresden o.l.v. Esa-Pekka Salonen c.q. Anne Sofie von Otter (mezzosopraan) en Truls Mørk (cello). DG 477.5719 (79’13”).

 

Wat leert deze nieuwe opname van Grimaud ons? Verschillende dingen. Bijvoorbeeld dat ze geen grillige eendagsvlieg (of moeten we zeggen ‘lonely wolf’?) is, maar dat ze steeds rijpt en beter, interessanter wordt als intussen 36-jarige pianiste. Verder dat ze na haar vorige DG cd Credo met werken van Beethoven, Corigliano en Pärt weloverwogen verrassende muzikale verbanden legt. Haar in 2005 ontstane nieuwe programma draagt de titel ‘Reflection”; dat had ook ‘Love’ kunnen zijn, want ze illustreert hier – met een treffende eigen inleiding in het boekje – de liefdevolle relaties tussen het echtpaar Schumann en Brahms.

In 1991 en 1995 had Grimaud al late pianowerken van Brahms (Denon CO 79782 en Erato 0630-14350-2) vastgelegd, maar in plaats van brokken uit op. 79 alleen op. 116, 117, 118 en 119 en in 1995 had ze het Schumannconcert al opgenomen met het Deutsches Symphonie Orchester Berlijn o.l.v. David Zinman (Erato 0630-11727-2, 0927-49617-2). Toen al eigenlijk alles even stijlvol en overtuigend.

Maar hier is ze gewoonweg nog treffender. In het Schumannconcert zet ze kraakhelder (Franse pianoschool) de contrasten tussen het stormachtig felle en het bezonnen lyrische steviger aan. Briljante, virtuoze en geëngageerde, heel romantische pianistiek zonder enig gezwijmel of blijken van sentimentaliteit, maar alle stemmingswisselingen prachtig en vol joie de vivre naar voren brengend. Salonens begeleiding sluit om haar soli als een fluwelig sterke handschoen. De hele interpretatie straalt een spontane musiceervreugde uit.

In de maar sporadisch uitgevoerde drie liederen van Clara Schumann vestigt ze vooral ook de aandacht op de frappant mooie pianopartijen zonder dat het ook maar enigszins afbreuk doet aan Von Otters doorleefde, fraaie voordracht die een belangrijke eigen plaats krijgt. Zo’n mooi pleidooi laat ons weer eens beseffen hoe onderschat Clara nog steeds is als componiste èn pianiste.

Volgt een pakkende verklanking van Brahms’ eerste cellosonate met Truls Mørk, ook alweer vol drama en lyriek waar dat nodig is. Het milde, vriendelijke karakter van het werk komt prachtig uit de verf; treffend ook hoe roerend de interpreten het in korte tijd eens zijn geworden over een homogene rijk genuanceerde nu eens felle dan weer bezonnen interpretatie. Dat Grimaud een uitstekend Brahmsvertolkster is, was bekend, dat ze ook voortreffelijk kan begeleiden minder. In de twee Rapsodieën toont ze veel spontaniteit en sfeergevoel. In dit hele programma lijkt ze zichzelf te overtreffen.

Een zeer gemengd geheel als dit zal niet van ieders gading zijn, maar wie de items die de revue passeren eerlijk vergelijkt met de beste nu beschikbare alternatieven – Schumanns concert met bv. Andsnes en Argerich (EMI), Perahia (Sony) en Pires (DG), de Brahmssonate met Schiff (Philips), Rostropovitch (DG) en Harrell (Decca) – zal moeten vaststellen dat Grimaud niet voor hen onderdoet. Voor meer liederen van Clara S. zorgden o.a. Arleen Auger (Avie),  Barbara Bonney (Decca) en Edda Moser (EMI), maar ook daar kan Von Otter zich meten. Op de opnamekwaliteit (balans!) valt nauwelijks wat aan te merken.

Wat Grimaud betreft tot (voorlopig) slot: ze illustreert de steeds door de veldwachter in Joh. Kievits Dik Trom herhaalde opmerking: “t’Is een bijzonder kind en dat is het!” Verder gaat ze met langere, donkere haren geleidelijk meer op Martha Argerich lijken. Symbolisch toeval?