CD Recensies

SMETANA: VERKOCHTE BRUID, DE

Smetana: De verkochte bruid B 143. Jindrich Jindrák (b), Marie Vesela (s), Gabriela Beňačová (s), Jaroslav Horácek (bs), Peter Dvorsky (t), Marie Mrázová (a) en Miroslav Kopp met het Tsjechisch filharmonisch orkest en –koor o.l.v. Zdenek Košler. Supraphon 90C37-7309-11, SU 3707-263-2 (3 cd’s, 2u 16’47”). 1981

 

Het Provincie Theater was zeker niet een ideaal operahuis in Europa. Smetana klaagde daarover: “Hoe kunnen we ooit een opera uitvoeren in een zaal die zo klein is als de onze? In Les Huguénots strijden maximaal legers van acht soldaten aan beide kanten. … Dat wekt de lachlust op. De zangers staan te dringen op de voorgrond en ze moeten oppassen dat ze elkaar niet verwonden wanneer ze zich omdraaien.”

Niettemin was het in dit theater dat in 1866 met De verkochte bruid de geboorte van de Tsjechische opera werd gevierd.

Later schreef Smetana dat hij het werk uit wraak had geschreven “omdat ik er na mijn De Brandenburgers in Bohemen van werd beschuldigd een Wagneriaan te zijn, niet in staat om wat luchtigers te schrijven.”

Na die eerdere nogal declamatorische opera tapte de componist inderdaad uit een vrolijker en luchtiger vaatje

Het werk speelt in een Boheems dorpje en behelst haast vanzelfsprekend een erg aardige liefdesgeschiedenis waarin een knaap inderdaad met zijn meisje kan trouwen nadat een reeks komische misverstanden. De muziek is in brede penseelstreken geverfd en zit vol stevige contrasten met heel wat specifiek Tsjechische ‘nummers’ als drinkkoren en polka’s om de vaart erin te houden. Een minstens zo belangrijk aspect van het werk is de levendige karaktertekening. Elk van de hoofdfiguren heeft duidelijk herkenbare muzikale trekken die door het hele stuk heen worden gehandhaafd. Smetana gebruikt ook op briljante wijze passende toonaarden om hun wisselende stemmingen te markeren.

Veel opnamen van De verkochte bruid maken gebruik van een meest Duitse vertaling, maar het werk verliest aan stijl wanneer het niet in het Tsjechisch wordt gezongen. De meer aardgebonden kwaliteiten van het stuk komen ideaal tot hun recht in deze opname van Košler die voor een prachtig dragende begeleiding zorgt. In het middelpunt staan de lyrische bijdragen van Gabriela Beňačová (Mařenka) en Peter Dvorsky (Jenik) als jonge geliefden plus heel mooie bijdragen van het koor.