CD Recensies

SCHUBERT: SYMFONIEËN NR. 3 EN 4, HERAS-CASADO, ABBADO

Schubert: Symfonieën nr. 3 in D D. 200 en 4 in in c D. 417 ‘Tragische’. Freiburgs barokorkest o.l.v. Pablo Heras-Casado. Harmonia Mundi HMC 90.2154 (54’33”). 2013

 

Schubert: Symfonieën nr. 3 in D D. 200 en 4 in in c D. 417 ‘Tragische’. Europees kamerorkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 423.653-2 (57’30”). 1987

 

Nauwelijks verscheen de Sony opname waarin Heras-Casado (35) vanuit Valencia Plácido Domingo in zijn eerste hoedanigheid als bariton in been recital met opera aria’s van Verdi begeleidde, of hij is te horen met deze nogal historiserende Schubertvertolkingen. Maar er is veel meer van deze een steile carrière en werkte nadat hij o.m. in 2007 in Luzern een dirigentenconcours had gewonnen al met het Symfonie orkest van de Beierse omroep, in het Teatro Real in Madrid, het filharmonisch orkest van de Franse omroep en het oude muziek ensemble Musica antigua Aranjuez. Ook trad hij op tijdens het Salzburg festival.

Wat deze Schubert betreft neemt hij het rechtstreeks en direct op tegen Claudio Abbado met het Chamber Orchestra of Europe die destijds de complete symfonieën opnamen, maar ook dit tweetal combineerden. De overeenkomsten tussen het tweetal zijn groter dan de verschillen. Beiden zien geen detail over het hoofd en treffen de uiteenlopende karakters van deze werken raak.

Fris, helder, lenig en vrij lichtvoetig klinkt beider nr. 3. In de inleiding van nr. 4 legt Abbado iets meer geheimzinnigheid voordat hij net als Heras-Casado een elegant allegro aflevert. Dat geldt eigenlijk ook voor het vervolg, waarbij wel opvalt dat Abbado die terugging tot de manuscripten in het langzame deel de extra maten weglaat die ooit door Brahms zijn toegevoegd. In dit deel vallen in beide gevallen ook de prachtige hobosolo (Boyd Douglas bij Abbado) op.

De verschillen in opnamekwaliteit zijn niet dusdanig groot die  bij nadere keuze de doorslag zullen geven. Lastige beslissing dus……