CD Recensies

SHOSTAKOVICH: SYMFONIE NR. 15, BEW. DEREVIANKO

Schnittke: Preludium in memoriam Dimitri Shostakovitch; Shostakovich: Symfonie nr. 15 in A op. 141 (bewerking Viktor Derevianko en Mark Potarsky). Gidon Kremer (v), Clemens Hagen (vc), Vadim Sakharov (p, celesta), Peter Sadlo, Edgar Guggeis, Michael Gärtner (perc) en Kremerata musica. DG 449.966-2 (47’02”). 1995

 

Schnittke’s vijf minuten durende Prelude voor viool en magnetische band dateert uit 1975, het sterfjaar van Shostakovich en vormt in andantevorm een mooie eerder gepassioneerde dan rustig melancholische inleiding op Shostakovitch die zijn Symfonie nr. 15 in 1971 had voltooid. De kamermuzikale bewerking die Viktor Derevianko kort na de première, al in 1972, maakte voor viool, cello, piano, celesta en slagwerk, herleidt het wezen van dit werk tot op het bot.

Shostakovich’ orkestrale zwanenzang is in de oorspronkelijke vorm een merkwaardig vierdelig werk met onconventionele proporties. In het eerste deel schuilt niets uitgesponnen episch, maar een versnelde dramavorm met geestige citaten uit Rossini’s ouverture Guglielmo Tell en ongemakkelijke vondsten die dicht in de buurt van Schönbergs twaalftoonsreeksen komen. Een slank, treurend langzaam deel  wordt daarna gevolgd door het skelet van een scherzo met toespelingen op Wagners Götterdämmerung en Tristan waarna de finale wegsterft in een heel oorspronkelijk gezoem en geklik van slagwerk. Luister bijvoorbeeld naar Haitink (Decca 425.069-2).

De reductie tot kamermuziek biedt bijzondere momenten, zoals in het scherzo, waar Kremer en Hagen zich te buiten gaan aan portamenti en komische rubato effecten.

In zekere zin worden ook herinnering gewekt aan het tweede pianotrio en het pianokwintet van Shostakovitch. Maar in essentie blijft de inventiviteit van de componist geheel intact, doch wordt deze eens van een andere kant belicht.