CD Recensies

SCHNITTKE: MOZ-ART À LA HAYDN; QUASI UNA SONATA E.A.

Schnittke: Concerto grosso nr. 1; Quasi una sonata; Moz-Art à la Haydn 1977. Resp. Joeri Smirnov (p), Gidon Kremer (v) en Tatiana Gridenko (v) met het Europees kamerorkest o.l.v. Gidon Kremer. DG 429.413-2 (64’51”). 1988

 

Polystilistische stijl is een begrip dat de Duits-Russische componist Schnittke op zijn naam bracht. Zijn collageachtige muziek is een smeltkroes van de veelsoortigste muzikale richtingen, van oude Gregoriaanse frasen tot de klankkleur experimenten uit het heden. Zijn concerti grossi geven daar blijk van; nr. 1 dateert uit 1977.

Minstens zo belangrijk en uniformer is Quasi una sonata uit 1987, een arrangement van de Vioolsonate nr. 2.

In de popart krijgen banaliteiten een serieus gehalte. Maar wat gebeurt er in de stukken die Moz-Art heten? Voor het eerst duikt een werk voor twee violen onder deze titel op in 1975. Het is gebaseerd op schetsen van Mozarts KV 416d en de pantomime KV 446. Daar bestaat een opname van met Oleh Krysa en Alexandr Fischer (BIS CD 697); de Haydnkant vinden we terug in de Symfonie nr. 45, de Abschieds Sinfonie.

Bekender is de vorm uit 1977 als ‘spel met muziek voor verschillende strijkersgroepen’; er moet trouwens nog een derde vorm zijn. Weinig musici hebben zich meer ingezet voor Schnittke dan Gidon Kremer. Hier is hij ook actief als dirigent waar coördinatieplicht dat nodig maakt. Als steeds speelt dit enthousiaste orkest toegewijd en op de andere toegewijde solisten valt ook niets aan te merken.