CD Recensies

CHIN: VIOOLCONCERT, PIANOCONCERT; CELLOCONCERT E.A.

Chin: Rocaná; Vioolconcert. Viviane Hagner met het Montréal symfonie orkest o.l.v. Kent Nagano. Analekta AN 29944 (48'05"). 2006

 

Chin:  Pianoconcert 1997; Celloconcert 2009, 2013; Šu. Sunwook Kim (p), Alban Gerhardt (vc), Wu Wei (sheng) met het Seoul filharmonisch orkest o.l.v. Myung-Whun Chung. DG 481.0971 (72’10”). 2014

 

De Zuid-Koreaanse componiste Unsuk Chin (1961) studeerde aanvankelijk in haar geboortestad Seoul, maar werkte later vooral met en oder Liget in Hamburg en Berlijn, waar ze zich vestigde. In 1991 zorgde het Nieuw Ensemble voor de wereldpremière van haar Acrostic Wordplay. Chin werd en wordt her en der als interessante grootheid gevierd. Zo was ze tijdens het Luzern Festival een keer 'composer in residence' en bij het orkest in Seoul 'spciale gast'. 

Rocaná is een avontuurlijk, kleurrijk eenentwintig minuten durend orkestwerk met de nodige verwachtingvolle pauzes. Het Vioolconcert uit 2001, een naar vorm en inhoud vrij conventioneel werk, kreeg in 2002 zijn Europese première en bleek meteen heel toegankelijk te zijn. In het kleurige werk worden de vele mogelijkheden van de viool mooi benut. De componiste kreeg de Grawemeyer prijs voor dit werk. De invloed van Ligeti is hier erg duidelijk. Viviane Hagner en Kent Nagano maken de cd première een geslaagde gebeurtenis.

Het oeuvre van Chin is trouwens doorspekt met met concerten: Voor piano (1997), viool (2001), dubbelconcert voor piano en slagwerk (2002), sheng (2009), cello (2013) en klarinet (2014).

Ook bij de Londense Proms in 2009 gold Chin als bijzondere gast. Daar ook klonk voor het eerst het eendelige sheng concert ŠuZo'n cheng is voor de westerling een mysterieus soort complexe, overgrote, verticaal bespeelde mondharmonia met een windkamer en een soort verschillend gestemde zwart bamboe orgelpijpen die onderin zijn voorzien van een rood bubbeltje dat bestaat uit een traditioneel Chinees geneesmiddel in was. De klank is uitgesproken nasaal en heeftiets van het harmonium. In het werk beleven we een bijzondere ervaring vol geleidelijk wisselende akkoorden, veel briljante passages en bijzondere klankeffecten.

Chin leeft blijkbaar van opdrachtwerken: het pianoconcert door het BBC Wales orkest, het vierdelige celloconcert voor Alban Gerhardt en de BBC Proms, later werd het herzien voor het Beiers Staatsorkest en het Seoul filharmonisch en Šu voor Sukhi Kang en Jungho Choe en het Los Angeles filharmonisch.

Ze blijkt de eigenschappen en mogelijkheden van al deze westerse instrumenten goed genoeg te kennen om ze volledig te kunnen uitbuiten en opent daarmee nieuwe perspectieven die beslist de moeite van het enige malen herhaald aanhoren waard zijn dankzij stuk voor stuk goede, virtuoze vertolkers.

Met het verstrijken van de jaren werd Chins stijl persoonlijker. Bijzonder mooi is bijvoorbeeld hoe het vierdelige celloconcert haast vanuit het niets begint, uitgroeite tot een fraaie solocantilene en zich daana ontwikkelt tot een volwaardig geheel.

In het pianoconcert worden we nadrukkelijk met Ligeti geconfronteerd omdat de solopartij trekken vertoont van dies études waaraan de orkestpartij met zo'n 24 slagwerkinstrumenten en een celesta  extra daaraan wat decoratief, maar best kleurrijk aan is toegevoegd. Het resultaat klinkt heel effectief, briljant en heeft iets eigens. Sunwook Kim houdt daar een geloofwaardig pleidooi voor.