CD Recensies

CHOPIN: NOCTURNES NR. 1-22; ÉTUDE, HUANGCI

Chopin: A Chopin diary. Nocturnes nr. 1-21, Nocturne oubliée in cis; Étude nr. 7 in cis op. 25/7 (bew). Claire Huangci (p) en Tristan Cornut (vc). Berlin Classics BC 300905 (2 cd’s, 1u., 56’36”). 2016

 

De Nocturne is een vorm die ontwikkeld werd door de Ierse componist John Field. Ook Chopin componeerde bijna zijn hele werkzame leven nocturnes. Vandaar ook de vele verschillende opusnummers van 9 uit 1827 tot 72.

Het genre was ook populair in vocale vorm; Chopin had het dan ook vaak over ‘zingen met de vingers’. Dat is precies wat Maria João Pires op haar volledige opname uit 1996 die al twee decennia als goede standaard geldt (DG 447.092-2, 477.9568, 2 cd’s, zie Vergelijkende Discografie) deed, net als Arthur Rubinstein vòòr haar (RCA 09026-63026-2, 2 cd’s). Eén van mijn favorieten is de Nocturne in Es.

De Chinees-Amerikaanse Claire Huangci die vanuit Duitsland opereert nam nu ook dat 21-tal op en voegde daar fijn een Nocturne oubliée en een bewerking voor cello een piano van een Étude aan toe waarvoor Tristan Cornut te hulp wordt geroepen.. Zelf zorgde Chopin voor de nodige bedrevenheid en afwisseling in de reeks. Alle daardoor geboden mogelijkheden worden door Huangci aangegrepen.

Hoewel ze op een Yamaha speelt, ontwikkelt ze in een aantal stukken een aangenaam warm klankgemiddelde en ze bereikt bijvoorbeeld in de Nocturne op. 32/2 een prachtig filigraan effect. Misschien rekt ze de pauzes in de Nocturne in Des iets teveel. Maar over het geheel klinken de ’nachtstukken’ fris, met goed afgewogen rubato, frisse ideeën en scherp geëtste contouren. De werken zijn aangenaam op intieme schaal geprojecteerd en geen moment neigt de pianiste tot overstatement in haar onbevangen benadering. Vrijwel elke toonwisseling lijkt de muziek een nieuwe kleurschakering te geven. De timing van het slot van op 9/2 is ideaal en het recitatief van op. 32/1 krijgt het juiste gewicht. In de Nocturnes met hevige stemmingswisselingen (opus 15 nr. 1 en 2, opus 62 nr.2) is het contrast opvallend, maar niet gedwongen of ‘gemaakt’.

Het algehele gevoel is dat de pianiste voor zichzelf speelt en niet voor publiek. Net als Pires trekt Huangci de luisteraar een tijdloze wereld in. Het aardige aan haar is verder dat ze tijdens haar voorbereiding een relatie legde met Franse gedichten van onder meer Charles Baudelaire, Victor Hugo en Tristan Corbière. In haar programmatoelichting specificeert ze dat op boeiende wijze.