CD Recensies

CHOPIN: PRÉLUDES OP. 28 E.A. GVETALDZE

Chopin: Ghosts. Prëludes op. 28 nr. 1-24; Étude in Es op.10/3; Walsen in As op. 69/1, a op. 34/2, b op. 69/2; Scherzo nr. 2 in Bes op. 31. Nino Gvetadze. Challenge CC 72768 (78’34”). 2017

 

Op YouTube is vergezeld van expressieve handgebaren een interview me Nino Gvetadze te zien en te horen waarin ze verklaart, hoe ze tot de titel Ghosts kwam: “There comes a point in life when we look back, trying to gain a sense of perspective, and we see ourselves in a different light. We are haunted by memories and doubts, whirling around our minds like ghosts”. 

Ook het fragment uit het Pianoconcert nr. 4 van Beethoven, ’thuis’ bij Georghian Sinfonietta o.l.v. Markus Poschner is trouwens niet te versmaden.

Die woorden van Gvetadze over Chopins opus 2 zijn zeker raak als we bedenken dat de Préludes in de winter 1938 op het dan in een ongemoedelijk klimaat verkerende Mallorca in het waarschijnlijk slecht verwarmde klooster zijn geschreven. De 24 Préludes van Chopin zijn wel met het geamputeerde Wohltemperierte Clavier van Bach vergeleken. Chopin had daarvan een kopie bij zich op Mallorca, maar liet de fuga’s weg. Wat hij wel noteerde waren zeer geconcentreerde miniaturen e de sfeervolste werken die hij ooit schreef. George Sands relaas over hun verblijf in het oude klooster, spreekt van Chopins ‘door zijn eigen verbeelding geschapen morbide vrees’ en inderdaad wisselen de stemmingen in de Préludes tussen euforie, angst en wanhoop. Dat gaat van de ingehouden melancholie uit nr. 6 via de subtiele grilligheid van nr. 11 tot de gepassioneerde vaart van nr. 24.

Nino Gvetadze voelt die wisselende stemmingen heel goed aan, ook in de overige Préludes. Ze laat noot na noot fris en levendig klinken alsof ze op het moment dat ze deze speelt zijn bedacht. Het geheel is vervuld van een gevoel van vervoering dat diep treft. Door haar afgewogen pedaalgebruik geeft ze soms ook iets mysterieus aan haar vertolking mee.

In plaats van beide postume Préludes speelt Gvetatze een selectie uit de Études, Walsen en Scherzi en ze doet dat - was anders te verwachten? - al even idiomatisch.

 

Hoe goed haar spel in de Préludes is, blijkt bij vergelijking met Argerich (DG 415.836-2) en Sokolov (Opus 111 OP 30-336).