CD Recensies

CHOPIN: PRÉLUDES NR.1-24, ÉTUDE, WALSEN NR. 3 EN 10; SCHERZO NR. 2, GVETADZE

Chopin: Ghosts. Préludes op. 28 nr. 1-24; Étude in As op. 69/1; Walsen nr. 3 in a op. 34/2 en 10 in b op. 69/2; Scherzo nr. 2 in bes op. 31/2, Nino Gvetadze. Challenge CC 72768 (66’53”). 2017

 

In 2008 won Nino Gvetadze de tweede prijs en de publieksprijs bij het Utrechtse Lisztconcours en in 2010 de Borletti-Buittoni Award. Dit betekende niet dat de grote firma’s uit de muziekindustrie stonden te dringen om opnamen met haar te maken, maar op kleinere labels kwam wel langzaam een stroompje opnamen op gang.

In 2008 met pianowerken van Moessorgsky, waaronder natuurlijk de Schilderijententoonstelling (Brilliant Classics 93911) en in 2011 een opname met pianowerken van Liszt en liedbewerkingen van Schubert een Schumann (Orchid Classics ORC 100017). Ze werkte ook mee aan een opa me van de pianowerken van Rachmaninov (Et’cetera KTC 1450). In 2014 verscheen een Debussyrecital (Orchid Classics ORC 100041).

En nu is er dan op weer een ander label een Chopinrecital dat de pianiste als titel Ghosts gaf met als toelichting: “Er komt een moment in het leven  waarop je terugblikt, tracht een gevoel van perspectief te krijgen en dat we onszelf in een ander licht zien. We worden achtervolgd door herinneringen en twijfels die als geesten ronddwalen in ons gemoed.”

De 24 Préludes beschouwt ze “als een levensverhaal, gevuld met de geesten uit het verleden”. Ze gaan over het leven zelf in het algemeen en dat van Chopin in het bijzonder, “een strijd tussen hoop en wanhoop, tussen licht en duisternis.”

Deze verklaringen wijzen meer dan gewoonlijk op een bijzondere eigen opvatting van deze Préludes. Klopt, maar er is niets afwijkends aan haar interpretatie. De muziek klinkt logisch, ademt natuurlijk, klinkt bezonnen en helder, waar nodig heel zangerig of juist voortvarend en met passie. Stuk voor stuk worden de Préludes mooi contrastrijk en wisselend van stemming gevormd in haar handen. Inderdaad: heel persoonlijk. Wie wil vergelijken moet er Argerich (DG 415.836-2) maar eens naast leggen.

Ook de aanvullingen mogen er ook wezen. De Étude in Es als mooi contrast van de laatste felle Prélude, een paar liefdevol gespeelde Walsen en een heldhaftig Scherzo.

Een bijzonder recital met een heel persoonlijk stempel.