CD Recensies

CHARPENTIER, M.A.: DESCENTE D'ORPHÉE AUX ENFERS, LA, KHALIL

Charpentier, M.A.: Descente d’Orphée aux enfers, La H. 488. Cyril Auvity (ct., Orphée), Céline Scheen (s., Eurydice), Étienne Bazola (bs., Pluton), Floriane Hassler (ms., Proserpine), Mailys de Villoutreys (s., Daphné) e.a. met het Ensemble Desmarest o.l.v. Ronan Khalil. Glossa GCD 92360-2 (60’45”). 2017 

 

De afdaling van Orfeus in de onderwereld om zijn beide Euridice van de dood te redden is een geliefd onderwerp in de opera; het gegeven is ontleend aan Ovidius en is tevens een viering van de macht der muziek.

Marc-Antoine Charpentier, die bekender werd met zijn sacrale muziek, maakte er rond 1686 een betrekkelijk kort, mogelijk niet geheel voltooid muziekdrama als kameropera in twee aktes voor tien zangers van die in dienst waren bij Charpentiers Parijse werkgever Madame de Guise. Jammer dat het drama abri pt eindigt op een verrassend moment.

Orfeus is een castraatrol en wordt bij voorkeur begeleid door drie donker klinkende viola da gamba, maar wordt hier gelukkig als zodanig door countertenor Cyril Auvity, gezongen; hij vervult zijn verliefd toegedane rol heel goed als barokspecialist in zijn pleidooi bij Pluto (Étienne Bazola). Ook de door een slangenbeet gevelde Euridice (Céline Scheen) en de haar aanmoedigende vrouw van de bewaker van de Hades, Prosperine (Floriane Hasler) laten goede dingen horen. Ook de kleinere rollen zijn naar behoren bezet.

Op Harmonia Mundi HMM 90.2279 kunnen we we als belangrijkste rivaal Robert Getchell als ‘haute contre’ horen bij het Ensemble Correspondances onder Sébastien Daucé. Maar bijvoorbeeld bij William Christie (Erato 0630-11913-2) werd tenor Paul Agnew nog wat minder passend ingezet.

Het gaat nu uiteindelijk vooral tussen klavecinist/dirigent Ronan Khalil en Sébastien Daucé in de beslissende keuze.