Chopin: Pianosonate nr. 3 in b op. 58; Mazurka’s in a, As en fis op. 59/1-3; Barcarolle in Fis op. 60; Grande valse brillante in Es op. 18; Walsen in Des, cis en As op. 64/1-3; Ballade nr. 4 in f op. 52. Ingrid Fliter. EMI 514.899-2 (75’32”). 2007 

Via een gratis sampler of door de daarop bijeengebrachte stukken te downloaden kon iedere belangstellende al een indruk krijgen van wat hier definitief is gebundeld. De enige belangrijke toevoeging zijn de derde sonate, een drietal Walsen en de Ballade. Voor de Impromptu bleef daarentegen net geen ruimte over. Mogelijk iets voor Fliters volgende cd.Zeker in de Sonate bewijst de jonge Argentijnse haar predispositie voor Chopin. De sonate krijgt van haar letterlijk en figuurlijk de ruimte in een mooi doorgloeide lezing met het largo en de meeslepende finale haast als hoogtepunten. Haar grote allround techniek is voortdurend evident en in de kortere werken heerst de verlangde diversiteit aan stemming en karakter. De expressieve intensiteit is voortdurend goed gedoseerd.

Vergelijkingen maken met Rubinstein, Argerich, Kissin, Pollini, Ashkenazy heeft bij zo’n gemengd programma weinig zin. Een pianiste om op basis van dit geslaagde visitekaartje in de gaten te houden en op de voet te volgen.