CD Recensies

CORELLI: CONCERTI GROSSI OP. 6 NR. 1-12 E.A., BEYER

Corelli: Concerti grossi op. 6 nr. 1-12; Sinfonia in d Dall santa Beatrice d’Este WoO. 1; Sonate voor violen, altviool en cello in g WoO 2. Gli incogniti met Amandine Beyer (v). Zig-Zag Territoires ZZT 327 (2 cd’s, 2u. 24’16”). 2012

 

Het is goed dat eindelijk eens alle werken in concerto grosso stijl van Corelli zijn vastgelegd, al is de meeropbrengst kwalitatief niet groot. Hoofschotel blijft het twaalftal op. 6 met daarin als bekendste nr. 8, het Kerstconcert, in de jaren vijftig op lp bekend gemaakt dank zij I Musici en de Virtuosi di Roma.

Dit twaalftal werken is van structuur nog heel traditioneel met vier of meer delen in plaats van volgens het latere patroon van o.m. Vivaldi in drie. Dat maakt de werken veelzijdiger. Omdat de drie solisten uit het concertino steeds hetzelfde spelen als het ripieno gedeelte van het orkest, kan zo’n trio alle noten spelen – melodie en harmonie. En een klein orkest levert het effect van een andere dynamiek en dichtheid in plaats van van virtuozen de tegen de rest spelen.

Deze werkjes bevatten exuberante snelle delen vol echo’s tussen concertino en ripieno, maar ook stromen van heel fraaie harmonie. Charles Burney schreef over deze werken: “Het effect van het geheel is zo majestueus, plechtig en subliem dat ze alle kritiek uitsluiten”. Intussen kunnen we dat gelukkig wat relativeren.

Vioolsoliste Amandine Beyer maakte met haar ensemble Gli incogniti dat uit 18 leden bestaat deze ‘live’ opname in het bekende Arsenal te Metz ter ere van de driehonderdste sterfdag van de componist die in 1713 overleed. 

De vertolkingen zijn energiek zowel als teer, de strijkers spelen zoals verwacht met een minimum aan vibrato en verder heel genuanceerd, vrij compact en homogeen als ensemble. De opname klinkt sprankelend met gelukkig ook een duidelijk hoorbaar klavecimbel; ook het contrast tussen concertino en ripieno komt mooi naar voren.

Wat op. 6 betreft, is er natuurlijk best concurrentie, bijvoorbeeld van Marriner (Decca 443.862-2), Pinnock (Archiv 474.907-2), Goodman (Hyperion CDD 22011), Ensemble 413 (Harmonia Mundi HMX 290.1406/7), Fabio Biondi (Opus 111 OPS 30-147/30-155) en  Sardelli (Tactus TC 650307/8), maar vooral van het Avison ensemble (Linn CKD 411). Maar Beyer en de haren hebben volledig recht op een gedeelde eerste plaats met als extra pluspunt die elders niet opgenomen twee extra werken.