CD Recensies

GLANERT: REQUIEM VOOR HIERONYMUS BOSCH

Glanert: Requiem voor Hieronymus Bosch. David Wilson-Johnson (spr), Aga Mikolaj (s), Ursula Hesse von den Steinen (ms), Gerhard Siegel (t), Christof Gishesser (bs), Leo van Doeselaar (org) met het Groot Omroepkoor en het Concertgebouworkest o.l.v. Markus Stenz. RCO Live RCO 17005 (83’09”). 2016 

 

Sinds een jaar of tien is de Duitse componist Detlev Glanert (1960) een soort huiscomponist van het Concertgebouworkest dat dus regelmatig werken van hem uitvoert, die gelukkig ook in de Horizon cd serie een belangrijke plaats innemen. Zo kon iedereen die dat wil al kennismaken met Insomnium (RCO Live RCO 14001), Fluß ohne Ufer (RCO Live 14237) en Theatrum bestiarum (RCO Live 08003). Alle gedirigeerd door Markus Stenz.

Tijdens de uitbundige viering van de vijfhonderdste sterfdag van Hieronymus Bosch behoorde de uitvoering van Glanerts Requiem op de plaats waar de schilder is begraven in de St. Janskathedraal in Den Bosch tot de hoogtepunten van die viering.

In dit zevendelige, in 18 fragmenten onderverdeelde werk probeert de componist een antwoord te geven op de vele vragen die de schilder met zijn fascinerende, bizarre beelden oproept. Geschilderde beelden van een enorme rijkdom aan details in een combinatie van het heilige en het zondige, waarin de apocalyps nooit ver weg was en van een wereld die rond 1500 soms leed onder de angst voor het ‘boze’.

Glanert gebruikte voor zijn op het schilderij De zeven hoofdzonden    - ijdelheid, gierigheid. wellust, afgunst. vraatzucht, wraak en luiheid = gebaseerde werk de traditionele requiemteksten in combinatie met Middeleeuwse Latijnse gedichten (passages uit Carmina burana) om uit te drukken wat gebeurt wanneer de zondaar, beschuldigd van de zeven doodzonden, voor het hemelse hof wordt gedaagd. 

Daar treedt David Wilson Johnson met een spreekrol als aanklager, aartsengel Michael. Twee koren vertegenwoordigen de ziel van Bosch. Een kleine groep zingt de requiem teksten, een grotere beschrijft samen met de solisten de begane zonden en alle samen eindigen het werk met In paradisum.

Het gaat zonder meer over een belangrijk en groots werk dat we behalve via deze propvolle cd waarschijnlijk weinig te horen zullen krijgen en Stenz voert in zijn vertolking de dramatische intensiteit zo hoog mogelijk op. De toon wordt in hoge mate door Wilson-Johnson bepaald, maar het vaak luid spelende orkest met veelal schurende klanken en het zeer gedifferentieerd zingende koor hebben ook een groot aandeel in deze prachtige uitvoeringen. Bij de solisten is het vooral Aga Mikolaj die zich onderscheidt. Ursula Hesse von den Steinen vervulde haar partij ook met glans.

In het Kyrie horen we het orgel van Leo van Doeselaar, we horen ook even de althobo van Miriam Pastor Burgos.

Dit bijzondere muziekwerk doet de schilder in al zijn aspecten - het sterfelijke en onsterfelijke, het vergane en het meesterlijke, het demonische en het hemelse, recht en we mogen dankbaar zijn dat er meteen zo’n unieke opname van ontstond.