CD Recensies

GERSHWIN: PIANOCONCERT; RHAPSODY IN BLUE E.A.

Gershwin: Pianoconcert; Rhapsody in blue; Second rhapsodie; Variaties over I got rhythm. Anne-Marie McDermott met het Dallas symfonie orkest o.l.v. Justin Brown. Bridge BRIDGE 9252 (72’47”). 2007

 

Gershwin: Pianoconcert; Ravel: Pianoconcert in G M. 109. Hélène Grimaud met het Baltimore symfonie orkest o.l.v. David Zinman. Erato 0630-19571-2 (54’48”). 1997

 

Paul Whiteman had groot succes toen hij jazz ‘verdunde’ om het genre geschikt te maken voor blanke middenklasse Amerikanen. Door bij Gershwin de Rhapsody in blue te bestellen wilde hij een stap verder gaan om het genre ook voor klassiek georiënteerde luisteraars aan te passen (zich waarschijnlijk onbewust van het feit dat Milhaud dat al een paar maanden eerder had gedaan met zijn La création du monde.

Met zijn concert ‘An experiment in modern music’ in 1924 had hij groot succes, grotendeels omdat Gershwins werk dat tegen het eind op het programma stond naar voren kwam als een rukwind van oorspronkelijke energie te midden van de orkestarrangementen van populaire songs die de rest van het programma vormden.

In één nogal langgerekt deel (losjes gesplitst in snel-langzaam-snel) is de Rhapsody in blue in essentie een verzameling geïnspireerde showmelodieën die onderling is verbonden door het soort virtuoze effecten dat niet zou hebben misstaan in de pianoconcerten van Liszt.

De orkestratie was van Whitemans arrangeur Ferde Grofé en het beroemde klaaglijke klarinet glissando waarmee het werk begint, ontstond pas tijdens de repetities. Wat niet wegneemt dat het stuk een heel direct, ongelooflijk schokeffect had, vooral dankzij Grofé’s oorspronkelijke orkestratie.

De dirigent Walter Damrosch was ook aanwezig bij het bewuste concert en dat had tot gevolg dat Gershwin de opdracht kreeg voor een ‘echt’ pianoconcert voor het New Yorks symfonie orkest. Ook al vindt een grote ontwikkeling van het thematisch materiaal plaats en is het werk keurig in drie delen, is dit concert in wezen een mengsel zoals we dat uit de Rhapsody kennen. Het gaat om een combinatie van een concert in romantische stijl met de Dixieland ritmen en de melancholie van zowel de blues als Jiddische populaire muziek.

Gershwin omschreef het aldus: “Het eerste deel maakt gebruik van het Charleston ritme. Het is snel en pulserend en vertegenwoordigt de jeugdige en enthousiaste geest van het Amerikaanse leven. Het tweede deel bezit een de poëtische sfeer van een nocturne en de finale keert terug tot de sfeer uit het eerste deel. Het is een orgie van ritmen, begint meteen heftig en houdt dat tot het slot vol.”

Aan opnamen van deze werken heeft het nooit ontbroken, maar die van McDermott is de enige die alle vier van Gershwins stukken voor piano en orkest bijeen brengt. En dat in ongecoupeerde vorm wat ook niet vanzelfsprekend is. Voeg daarbij dat de vertolkingen lang niet mis zijn door hun zorgvuldigheid, spirit, ritmische precisie en blijken van groot zelfvertrouwen.

Van het Pianoconcert leverde Grimaud een voorbeeldige interpretatie.

Natuurlijk is er nog een cd rek vol andere opnamen van deze werken. Als interessantste interpreten van de Rhapsody en het Pianoconcert in F samen zijn te noemen: Bernstein (Sony 07464-63086-2) en Previn (EMI 566.891-2).