CD Recensies

JANÁČEK: SONATE VOOR PIANO, VIOOL EN CELLO, KREUTZERSONATE

Janáček: Sonate voor piano, viool en cello Kreutzersonate; Schumann: Studies voor pedaalvleugel op. 56 nr. 1-4 (van de zes, bew.); Pianotrio nr. 3 in g op. 110. Weilerstein trio. E1 Music KIC-CD 7754 (55’49”). 2008 

 

Janáček kenners weten dat diens eerste strijkkwartet met de bijnaam Kreutzersonate in 1923 als pianotrio in het leven werd geroepen, maar deels verloren raakte. Het Abegg trio maakte er in 1994 een opname van (Tacet 83) en voor haar debuut opname uit 2008 gebruikte celliste Alice Weilerstein in familieverband met Donald Weilerstein (v) en Vivian Hornik Weilerstein (p) ook heel ondernemend dit in die vorm nauwelijks bekende werk. Het trio speelt deze muziek met de overgave en de hartstocht die het nodig heeft. De gevoelsnuances van het eerste en tweede deel worden goed gedifferentieerd, het slot p;resto klinkt sportief, wordt buigzaam gefraseerd en heeft ritmische elasticiteit.

Na deze geslaagde inzet volgen helaas slechts vier van de zes Stücke in kanonischer Form voor de pedaalvleugel van Schumann uit 1845, maar ze werden pas tien jaar later gepubliceerd. 

Het is bekend dat Mozart in 1785 al een pedaal aan zijn piano toevoegde maar het was Johann Gottlieb Wagner die rond 1800 een echte pedaalvleugel ontwikkelde waarvan in de eindvorm een extra stel snaren was ingebouwd. Schumann had er geen succes mee, maar organisten zijn hem misschien dankbaar. Intussen vertonen deze stukken verwantschap met Bachs Inventionen.

Waarom Donald en Alisa Wellerstein er maar vier spelen, is een raadsel: op de cd was tijd te over voor alle zes. Maar het is aardig om deze bewerking van Paul Bazelaire voor viool en cello met helder opengelegde melodielijnen eens naast het origineel van bijvoorbeeld Florian Uhlig (Hännsler CD 98.032) of Martin Schmeding (Ars ARS 38011) te beluisteren.

Met het derde pianotrio van Schumann komen we op bekender terrein. Het is niet zijn best geslaagde trio; het werk uit 1851 heeft namelijk wat te lijden onder overmatig veel herhaalde ritmische patronen, maar dankzij een bevlogen vitaliteit en een spontane reactie op elke langskomende toespeling van alle drie der goed verweven stemmen klinkt geen enkele noot hier ongemotiveerd. Vergelijk maar eens met het Florestan trio (Hyperion CDA 67175). Zo is sprake van een best bijzonder en interessant debuut van de celliste.