CD Recensies

JANÁČEK: STRIJKKWARTETTEN NR.1 EN 2, BELCEA KWARTET

Janáček: Strijkkwartetten nr. 1 Kreutzer sonate JW 7/8 en 2 Intieme brieven JW. 7/13; Ligeti: Strijkkwartet nr. 1 Métamorphoses nocturnes. Belcea kwartet. Alpha ALPHA 454 (70’35”). 2018

In het laatste tiental jaren van zijn leven was bij Janáček sprake van een grote opleving van zijn creativiteit. In 1917 ontmoette hij Kamila Stösslová, de echtgenote van een handelaar in antiek en 38 jaar jonger toen zij 25 was. De componist, die was getrouwd met Zdenka Schultzova, raakte smoorverliefd op haar en hoewel hij Kamila ruim zevenhonderd brieven schreef, bleef zijn liefde onbeantwoord.

Maar al zijn passie vond wel een uitweg in drie van zijn mooiste opera’s en inspireerde hem tot de Glagolitische mis, de Sinfonietta en beide Strijkkwartetten. Rusland en de Russische cultuur hadden hem altijd geboeid en dat werd weerspiegeld in sommige composities. In 1923 schreef hij zijn Strijkkwartet nr. 1 en gaf het de ondertitel Kreutzer sonate nadat hij Tolstoi’s gelijknamige novelle had gelezen. Hij verwerkte daarin binnen een week materiaal van een onvoltooid Pianotrio uit 1908.

De trieste onderstromen van Tolstois verhaal over overspel en moord zijn daarin terug te vinden en het thans uit Corina Belcea en Axel Schacher (v), Krzystof Chorzelski (va) en Antoine Lederlin (vc) bestaande Belcea kwartet belicht dat nu eens introspectief dan weer demonstratief al naar de muziek dat vraagt.

In Strijkkwartet nr. 2 heerst een inderdaad intiemer, vertrouwder toon vol verlangen, zoals in het adagio dat gaat over de ‘zomeravonden in kuuroord Luhaciovice’ en de melancholieke dansritmen uit de finale. Heel treffend gespeeld.

De beide Strijkkwartetten van Ligeti illustreren beter dan welke andere van zijn werken ook hoe zijn persoonlijke geluid zich ontwikkelde nadat hij in 1957 Hongarije verliet en zich in W. Duitsland vestigde. Nr 1 is uit 1954 toen zijn stijl nog was verankerd in Bartòk. Het werd achteraf door hemzelf prehistorisch genoemd. De componist gaf het de titel Métamorphoses nocturnes vanwege de bijzondere vorm als een soort thema met variaties maar dan zonder duidelijk thema, maar eerder een muzikale gedachte die in 12 nieuwe gedaanten terugkeert. Vandaar dat het begrip metamorfosen passender is dan variaties.

Het Belcea kwartet laat het met vaart horen en besteedt veel aandacht aan details. Daarmee zorgt het voor een nieuw pareltje in zijn discografie.

Voor vergelijking komen wat Janáček betreft het Pavel Haas kwartet (Supraphon SU 3922-2, 3877-2), het Talich kwartet (Calliope CAL 9333) en het Diotima kwartet (Alpha ALPHA 133) in aanmerking en wat Ligeti aangaat het Artemis kwartet (Virgin 336.934-2).