CD Recensies

LALO: SYMPHONIE ESPAGNOLE; NAMOUNA SUITES; SCHERZO, DA COSTA

Lalo: Symphonie espagnole op. 21; Namouna, suites nr. 1 en 2; Scherzo in d. Alexandre da Costa met het Spaanse RTV orkest o.l.v. Carlos Kalmar. Warner 2564-65711-4 (77’16”). 2012

 

Het is opvallend hoeveel affiniteit met de Spaanse muziek Franse componisten als Bizet, Lalo, Chabrier, Massenet, Debussy en Ravel toonden. Lalo’s Symphone espagnole kennen we als een omvangrijk, kleurrijk vijfdelig werk. De componist noemde het niet voor niets een symfonie, want de orkestrale kant is erg benadrukt.

De compositie werd geïnspireerd door de Spaanse virtuoos Pablo de Sarasate en werd in 1875 ook door hem als eerste gespeeld. De Parijzenaar Lalo had Spaanse wortels en toen Sarasate zich in die stad vestigde, werden de twee vrienden.

Dankzij opnamen van de flamboyante Vadim Repin (Erato 3984-22314-2) en Chang (EMI 555.292-2) kennen we het werk vooral als virtuozenstuk.

Als interessant alternatief kiest Da Costa voor een serieuzer en dramatischer opvatting. Hij houdt staande dat drie van de vijf delen somber van aard zijn en houdt in die delen ook het tempo wat in binnen het eerste en derde deel. Maar daardoor gaat wel wat verloren van het beweeglijke karakter dat Sarasate voor ogen moet hebben gestaan. 

Ook het middengedeelte van de finale gaat wel erg traag waardoor de muziek minder makkelijk stroomt. In ieder geval verdedigt hij deze opvatting duidelijk en goed. Daar staat tegenover dat het intermezzo best sensueel klinkt.

Het op een episode uit Casanova’s mémoires gebaseerde ballet Namouna was geen succes bij de première in 1882, maar het werk bracht een enthousiaste reactie van Debussy teweeg. Van de beide suites is bevat de eerste de beste muziek. Lalo beheerste het orkest geheel en zorgde voor ritmische inventiviteit, luister maar naar de ‘Slavendans’.

Het werk zou heel erotisch moeten klinken, maar daarvan is bij Kalmar slechts bij vlagen sprake. Gek genoeg is er nog altijd geen volledige opname van het werk en moeten we het doen met Kees Bakels (BIS CD 1296) en Robertson (Auvidis V 4677) als betere.

Aardig is dan wel weer het onbekende, korte Scherzo voor viool en orkest. Toch slechts een lauw welkom voor het geheel.