CD Recensies

LAJTHA: SYMFONIE LES SOLI; SINFONIETTA'S NR. 1 EN 2

Lajtha: Symfonie Les soli op. 33; Sinfonietta’s nr. 1 op. 43 en 2 op. 62. Imre Rohmann (p) en Peter Csaba (v) met het Boedapest Kamersymfonie orkest o.l.v. Simone Fontanelli. BMC 189 (75’). 2015

Gedurende zijn leven werd László Lajtha (1892 - 1963) in Hongarije in één adem genoemd met Bartók en Kodály als een van ‘les trios grands hongrois’, maar sinds het eind van de jaren veertig vorige eeuw verbleekte zijn naam snel in het buitenland. Zijn muziek werd door het communistische regime onderdrukt omdat hij de Hongaarse opstand in 1956 had ondersteund; hij verloor zijn baan en zijn paspoort werd hem ontnomen.

Maar op cd leeft hij voort. Zijn negen Symfonieën en veel van zijn andere orkestwerken werden met het Pécs symfonie orkest opgenomen (Naxos 8.573643/8). Daarvan is vooral nr. 3 op. 45 heel markant.

Het eerste werk op deze cd draagt de titel symfonie, is ook vierdelig maar met twee belangrijke soli voor contrabas en viool heeft het eerder een concertante functie of is het een Concert voor strijkorkest. In het mooiste deel, de Pastorale d’automne, een eerbetoon aan de schilder Watteau, komt een mooie cellosolo voor.

De Sinfonietta nr. 1 uit 1946 is een vrij luchtig werk dat voor de sterk gediviseerde vertolkers niettemin een tour de force is om de verschillende melodielijnen tot een mooi tapijt te weven waarboven zich een mooie vioolsolo ontwikkelt.

Bij wijze van contrast heeft de Sinfonietta nr. 2 uit 1956 een wat zwaarder soortelijk gewicht. Ook dit werk is in drie delen met een vredig lent et calme  met enige duistere onderstromen in het midden.

Het gaat in alle drie de gevallen om heel onderhoudende, substantiële werken waar veel genoegen aan te beleven is in deze mooie uitvoeringen.

Wie nader is geïnteresseerd in Lajtha, moet zeker ook zijn 9 fijne Strijkkwartetten met het Auer kwartet beluisteren (Hungaroton HCD 32542/5) uit 2010.