CD Recensies

LEIFS: ORGELCONCERT E.A.

Leifs: Orgelconcert op. 7; Variazioni pastorale op. 8; Fine nr. 2 op. 56; Dettifoss op. 57. Björn Steinar Sólbergsson (o), Reynir Sigurdson (vi), Loftur Elrlingsson (b) met het IJslands symfonie orkest o.l.v. En Shao. BIS CD 930 (56’02”). 1998 

 

Met de IJslandse volksmuziek, het onherbergzame maar fascinerende landschap en het sagen epos Edda op de achtergrond fundeerde Leifs met name zijn meest uit graniet gehouwen orkestwerken. De componist begon zijn Orgelconcert waaraan hij van 1997 tot 1930 schaafde met het Passacaglia middendeel dat tweederde van de uitvoeringstijd in beslag neemt. Maar gaandeweg krijgt het wel de explosieve kracht van Hekla, zeker ook in de hoekdelen.

Onder kwalijke omstandigheden beleefde het werk in 1935 zijn première tijdens een door Nazi’s georganiseerd Noords Festival; pas later werd duidelijk dat Leifs echtgenote een half Joodse achtergrond had.

De uitvoering laat het concert als een heel oorspronkelijke compositie klinken en Sólbergsson legt eer in met een pakkende invulling van de enorm lastige solopartij.

Lieflijker stof bieden de Variazioni pastorale (ook 1930) op een thema uit Beethovens Serenade op. 8, ook al is dat ‘landelijke’ karakter wat ver te zoeken. De eigen stem van Leifs klinkt hier mooi door en de haast surrealistische terugkeer van Beethovens thema aan het slot is een vondst.

Fine 2 uit 1963 is één van de beide orkestrale slotdelen van het onvoltooide, op de Edda gebaseerde oratorium Godenschemering; een kort en ingehouden fragment dat heel passend is.

Na Geysir (1961) en Hekla (ook 1961) is Dettifoss (1964) het derde symfonisch gedicht dat Leifs schreef op basis van IJslandse natuurwonderen. In Dettifoss gebeurt dat meer in de vorm van een dialoog tussen de dichter Einar Benediktsson en een grootse waterval dan in die van een illustratief symfonisch gedicht.

Voortreffelijke interpretaties van alle betrokkenen maken des te meer indruk omdat ze zo geweldig goed zijn opgenomen.