CD Recensies

MACHAUT/HOLLIGER: TRANSCRIPTIES

Machaut/Holliger: Transcripties voor vier vocalisten en drie altviolen. ‘Biauté qui toutes autre père’ B. 4; Ballade IV, XXVI; ‘Donnez, signeurs’ B. 26; ‘Hoquetus David’; ‘Triple hoquet’; ‘Lay VII’; ‘In(ter)ventio a 3’; ‘Complainte’. Geneviève Strosser (va), Jürg Dähler (va), Muriel Cantoreggi (va) en het leden van hetHillard Ensemble, David James (ct), Rogers Covey-Crump (t), Steven Farold (t) en Gordon Jones (b). ECM 476.5121 (65’26”). 2015

 

Guillaume de Machaut (ca. 1300-1377) staat tussen twee tradities in. Hij was de laatste grote componist van enkelvoudige, vrije melodieën in de traditie van de trouvères en een van de eerste die in de nieuwe, polyfone en ritmische stijl van de Ars Nova componeerde.

In zijn jeugd diende Machaut aan het hof van Jean, koning van Bohemen en hertog van Luxemburg en hij volgde de politieke avonturen van zijn vorst in diverse delen van Europa. Kort voordat Jean in 1346 in de slag bij Crécy werd gedood, werd de componist kanunnik van de kathedraal in Reims waar hij de rest van zijn leven sleet.

Machauts composities weerspiegelen de gewijde en seculiere aspecten van zijn leven; Hij schreef een aantal werken in het Latin, maar ook vele Franstalige stukken. Van zijn seculiere liederen had de Ballade zijn voorkeur; hij schreef er 42. De poëtische vorm van zo’n ballade bestond meestal uit drie strofen van acht regels, waarvan de laatste twee steeds als refrein werden herhaald. Met slechts één uitzondering zijn alle ballades van Machaut polyfoon, wat zijn technische vakmanschap demonstreert.

Wie daarvan voorbeelden zoekt en geïnteresseerd is in meer van Machaut, kan onder meer terecht bij het Early Music Consort van David Munrow (Virgin 561.284-2), de Gothic voices (Avie AV 2089) en het Orlando Consort (Harmonia Mundi HMU 90.7314).

Maar op de nieuwe ECM uitgave is heel wat anders aan de hand. Hoboïst/componist Heinz Holliger bestudeerde, onderzocht in de afgelopen tien jaar het bijzondere materiaal dat Machaut naliet en maakte daar noot voor noot mooi gelaagde recreatieve bewerkingen van. Het vocale deel wordt a cappella voorgedragen en vier delen door 3 altviolen. Echt vernieuwd is Lay VII ‘Amours doucement me tente’ als vierstemmig vocaal werk en ook de ‘complainte’ ‘Remède de fortune’ is vernieuwend gemaakt voor zangstemmen en altviolen.

Dit programma opent een mooie nieuwe visie op Machaut en de realisatie daarvan met alle broze harmonischen en zoemende dissonanten is in uitstekende handen zodat ongelukkige botsingen werden vermeden. Het is boeiend te ervaren hoe Machauts originelen achter ons worden gelaten en worden vervangen door Holligers eigen idioom.