CD Recensies

MACHAUT: CHANSONS, GOTHIC VOICES

Machaut: Chansons. Le basile de sa propre nature; Mors sui se je ne vous voy; En l’amoureux vergier; Quant je suis mis au retour; Tres gentil cuer; Fumeux fume par fumée; Joleux de cuer;Dame, se vous m’estes lonteinne; Adieu vous di’ Plus dure qu’un dyamant; Corps feminin; S’aincy estoit; Plusieurs gens; Douce dame, tant com vivray; Le mont Aön de Trace; Se je souspir parfondement; Calextone qui fut; Dieus, biaute, douceur, nature; Hélas! Je voy mon cuer. Gothic Voices. Avie AV 2089 (71’10”). 2006

 

Machaut illustreert de poëtische en hoofse conventies van zijn tijd prachtig. Hoewel hij een inkomen had uit zijn kerkelijke verplichtingen, gaan bijna al zijn composities over het heel seculiere onderwerp liefde: de hoofse, spirituele liefde uit de Middeleeuwen die vereist dat het object van de liefde een onbereikbare vrouw van ongekende schoonheid is ; er wordt eeuwige liefde bezworen, ook al veroorzaakt ze evenveel verdriet als genoegen.

Machauts taal is die van de troubadours uit Noord Frankrijk, de dichter-musici die hun kunst lieten horen in de kastelen van de adel en vorsten.

Eén van Machauts geliefde liedvormen is de virelai, waarin een refrein telkens de drie coupletten afwisselt en al deze composities hebben iets van de simpele directheid van het volksliedje.

Maar aan de andere kant zijn z’n polyfonische liederen avontuurlijker en ze bezitten ook een grotere ritmische afwisseling. Vaak is een vorm van syncoperen gebruikt die de ‘hik’ wordt genoemd door de melodielijn van de ene stem te onderbreken door daarin plotselinge gaten te laten vallen die dan door de andere stemmen worden gevuld. Zo ontstaat een mild golvende beweging.

De beslissing van de Gothic Voices om deze chansons onbegeleid uit te voeren is geheel gerechtvaardigd omdat het bijdraagt aan een grotere transparantie van het drie- en vierstemmige materiaal. De prachtige harmonieën komen fraai uit en de stijl is onverbeterlijk.

Wie meer Machaut van de Gothic Voices wil horen, moet zeker Hyperion CDA 66087 proberen met daarop onder andere als enige gewijde bijdrage het motet ‘Inviolata gentrix’.