CD Recensies

NIELSEN: SYMFONIEËN NR. 3 EN 4, DAUSGAARD

Nielsen: Symfonieën nr. 3 op. 27 Sinfonia espansiva en 4 op. 29 De onuitroeiebare. Estelí Gomez (s) en John Taylor Ward (b) met het Seattle symfonie orkest o.l.v. Thomas Dausgaard. Seattle Symphony media SSM 1017 (70’50”). 2015/7 

 

De herdenking van de honderdvijftigste verjaardag van Carl Nielsen bracht in de cd wereld een stroom van opnamen op gang die veel moois opleverde.   Wie zich de tijd. Gunt en nog eens rustig naar de symfonieën van Nilsen luistert, ontdekt hoe mooi deze zijn.

Nielsen begon in 1910 aan zijn derde symfonie en voltooide hem het voorjaar erna. Het werk vormde een keerpunt in zijn loopbaan en was bij publiek en critici een succes. Nielsen zelf dirigeerde het werk zelf meerdere malen, ook in het Amsterdamse Concertgebouw.

Tegen die tijd had hij de titel Sinfonia espansiva toegevoegd, naar de tempoaanwijzing voor het eerste deel ‘allegro espansivo’. Later omschreef hij dit deel als ‘… een vlaag energie en levensbekrachtiging die de wereld invliegt’.

Dat kan gelden voor veel van Nielsens werk, maar wat het meeste opvalt in deze symfonie is het langzame deel, een zacht wiegende pastorale die een extatische, maar beheerste climax bereikt wanneer twee zangers (sopraan en bariton) vanuit de verte het orkest bijvallen in een lang, verweven, woordloos melisme. Nielsen autoriseerde een vervanging door klarinet en trombone, maar hier klinkt het origineel. 

Symfonie nr. 4 is net als zijn voorgangers een optimistisch werk, maar getuigt van een heel ander soort optimisme. Dat was onmogelijk in 1916 tonen hij tijdens W.O. I aan de symfonie werkte. Maar de componist geloofde nog wel aan de toekomst van de mensheid, die alleen bereikbaar r was door een ontembare overlevingsdrang van de menselijke geest die alleen via strijd te verwezenlijken was.

Die strijd vindt zijn hoogtepunt in de finale wanneer een tweede paukenist inzet nadat hij vijfentwintig minuten stil is geweest. ’Ik heb een idee voor een duel tussen twee pauken en het heeft met de oorlog te maken’. Het geeft de symfonie een heel persoonlijk karakter.

Waar in de meeste andere opnameseries niet de symfonieën 3 en 4 zijn gecombineerd is iets te zeggen voor deze uitgave. Dausgaard zorgt in Seattle voor redelijke vertolkingen van dit tweetal, maar wie muzikaal het onderste uit de kan wil hebben, kan beter elders terecht.

Voor nr. 3 bijvoorbeeld bij het Stockholm filharmonisch orkest o.l.v. Sakari Oramo (met nr. 1, BIS SACD 2048) en voor nr. 4 bij Schønwandt (met nr. 5, Naxos 8.570739) of Saraste met het Fins omroeporkest (met nr. 5, Finland 3984-21439-2).