CD Recensies

NONO: VARIAZIONI CANONICHE; NO HAY CAMINOS; A CARLO SCARPA E.A.

Nono: Variazioni canoniche sulla serie dell’ op. 41 di Schönberg; Varianti; No hay caminos hay que caminar… Andrej Tarkowsky; A Carlo Scarpa, architetto. SWR Orkest Baden-Baden o.l.v. Michael Gielen. Astrée E 8741 (54’32”). 1989

 

Nono: Variazioni canoniche sulla serie dell’ op. 41 di Schönberg; Varianti; No hay caminos hay que caminar… Andrej Tarkowsky Incontri. Mark Kaplan (v) met het Bazels symfonie orkest o.l.v. Mario Venzago. Col Legno 31822 (75’02’). 2000

 

“Het oor goed te wekken” was een van de doelstellingen van Luigi Nono in zijn laatste scheppingsperiode, jaren tachtig twintigste eeuw. Tussen pianissimo en volkomen stilte wordt de luisteraar uitgenodigd voor onverwachte klankavonturen. Gespannen intensiteit met een karige expressie gaat samen met het verbreken van duidelijke samenhang en dat op heel geconcentreerde en gerichte wijze.

Voor dit soort muziek – net als voor die van Webern – is de cd principieel het ideale transportmiddel, mits beluisterd bij het volkomen ontbreken van omgevingslawaai. In ieder geval is vooral bij Gielen goed te horen waarom Nono zo’n cruciale figuur was in het naoorlogse Europese muziekmodernisme al blijkt ook dat Italiaanse avant-garde in deze sector een moeilijk exportproduct is.

Als een van zijn eerste werken ontlenen de Varizioni uit 1950 hun substantie aan Schönberg, zijn postume schoonvader. Het gebruik van de canon en de elegante manier waarop het werk voor een uitgekiende bezetting is geschreven, gevoegd bij een welkome dosis emotie zorgt dat het stuk niet in abstractie verzandt.

In No hay caminos, hay que caminar…. uit 1987 met alweer blijken van microdynamiek lijken zelfs de luidste gedeelten gedempt in de context van een doordringende stilte. “Reiziger, er is geen pad, maar toch moet je op reis” zou een enigszins benaderde vertaling van de titel kunnen zijn. Een manier om consequent je eigen innerlijke leven te leiden, ook al is dat op de rand van een afgrond. En vooral niet omkeren.

De microtonale lagen die we in A Carlo Scarpa (1984) aantreffen herinneren in klank, maar niet in de geest aan Scelsi.

De geest van het verzet breekt door in het door de Vietnam oorlog geïnspireerde A floresta è jovem e cheja de vida uit 1960/65, vastgelegd onder Pape op Mode MODE 87.

De samenstelling van beide hier besproken opnamen illustreert de lange en in wezen ook zo korte weg die de componist in zijn oeuvre aflegde.

Het engagement dat Michael Gielen en zijn in eigentijdse muziek gespecialiseerde orkest tonen, is optimaal, net als de geluidstechniek gelukkig.

Op een ietsje lager kwaliteitsniveau kan ook de opname van Venzago met een iets andere samenstelling er aardig mee door.