CD Recensies

OFFENBACH: GAÎTÉ PARISIENNE

Offenbach: Gaîté parisienne; Chopin: Les Sylphides; Delibes: Coppélia suite. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. DG 423.215-2, 429.163-2 (71’27”). 1961, 1971.

 

Echte (Delibes) en achteraf geconstrueerde (Offenbach, Chopin) balletmuziek op een klein smetje na muzikaal en stilistisch volmaakt uitgevoerd. Dat smetje vinden we in de Coppélia suite ten gevolge van een wat logge ritmiek. Maar verder slaagde ook deze suite heel mooi met hoogtepunt na hoogtepunt: de meeslepende ‘wals van Swannhilde’, de kostelijke ‘Scène et valse de la poupé’ en natuurlijk de mooi opgepoetste variaties tot slot.

Offenbachs door Manual Rosenthal samengestelde Gaîté parisienne klinkt vrijwel volledig en wordt met typisch Gallische vaart en verve uitgevoerd. Heel sprankelend klinkt de veerkrachtige ‘Barcarolle’ tot slot.

Wat Roy Douglas koos en fraai orkestreerde uit de pianowerken van Chopin is een puur genoegen indien het wordt uitgevoerd zoals hier. Frase na frase is de melodiek consistent met daarbij subtiele kleurwijzigingen. Karajan laat het orkest dit alles heel verfijnd en warmbloedig spelen.

De in de Berlijnse Jesus-Christus kerk in Dahlem gemaakte opname klinkt nog heel fris.

Aangevuld met meer balletmuziek is dit programma ook te vinden op 459.445-2 (2 cd’s).