CD Recensies

PABST: PIANOCONCERT

Pabst: Pianoconcert in Es op. 82; Tchaikovsky: Hamlet op. 67; Rachmaninov: Paganinirapsodie op. 43. Panagiotis Trochopoulos met het Witrussisch filharmonisch staatsorkest o.l.v. Marius Stravinsky. Cameo CC 9021 (76’32”). 2005

 

De belangstelling voor deze cd zal zich uiteraard primair richten op het verloren gewaande pianoconcert van Paul Pabst (1854-1897), een in het Oost Pruisische Königsberg geboren pianist/componist die in Weimar nog les had van Liszt, maar daarna vooral in Rusland met de in Pavel gewijzigde voornaam carrière maakte. Compositie studeerde hij bij Glinka, contact had hij met Anton Rubinstein die de componist in 1885 in St. Petersburg bij de première van zijn pianoconcert (dat daarna 120 jaar zoek was) begeleidde.

Pabst behoort tot de in het Westen nagenoeg onbekende laatromantische componisten waarvan maar weinig fonografisch is gedocumenteerd. Eerdere opnamen betreffen vooral een paar van zijn op Tchaikovsky geïnspireerde pianowerken als ‘Fantasie over Mazeppa’, ‘Illustraties van Schoppenvrouw’ en ‘Parafrasen over Doornroosje door Oleg Marshev op Danacord DACOCD 450 en Talent DOM 82. Shura Cherkassky ontfermde zich eerder over een ‘Parafrase over Eugen Onegin’ (Decca 433.654-2), terwijl Earl Wild zich ook aan de ‘Doornroosje parafrase’ wijdde (Sony SK 62036), net als Stephen Hough (Hyperion CDA 67043).

Dat Pabst als componist en pianist geen grote bekendheid verwierf, zal wel voornamelijk komen omdat hij zich vooral toelegde op lesgeven. Lyapoenov en Goldenweiser behoorden tot zijn leerlingen.

In het nu ontsloten pianoconcert zijn veel ingrediënten van de erfenis van Liszt te horen, maar dan toch eerder op een wat gekunstelde manier omdat hij van nature waarschijnlijk minder inventief en oorspronkelijk was, hoewel hij net als Thalberg heel goed wist hoe je een mooie melodie kunt opsieren. Het succes van zijn muziek hangt dus sterk af van de persoonlijkheid en het charisma van de uitvoerende pianist.

Gelukkig is Trochopoulus, die in andere opnamen blijk geeft van een voorkeur voor niche repertoire uitstekend tegen zijn taak opgewassen. Hij verleent de muziek charme en karakter, is flamboyant in de hoekdelen en laat een warme, zangerige toon horen in het andante cantabile. Aan virtuositeit geen gebrek. De melodische lijnen komen mooi uit de verf. De Engelse dirigent met de intrigerende naam Marius Stravinsky zorgt voor een goed ondersteunende en sluitende begeleiding. De zaalopname met publiek is gelukkig heel mooi geworden. Een interessante kennismaking dus die naar meer smaakt.

Ook Rachmaninovs Paganinirapsodie slaagde met een combinatie van flair en gevoeligheid fraai; in Tchaikovsky’s Fantasie ouverture Hamlet wordt mooi de sombere passie van Shakespeares drama geuit; de centrale lyrische melodie brengt even wat verlichting.