Bellini: Puritani, I. Joan Sutherland (s), Luciano Pavarotti (t), Piero Cappuccilli (b), Nicolai Ghiaurov (bs) met het Ensemble van Covent Garden Londen o.l.v. Richard Bonynge. Decca 417.588-2 (3 cd’s, 2u. 53’58”). 1973

Van deze opera met zijn ingewikkelde handeling, spelend in Engeland gedurende de burgeroorlog rond twee rivaliserende families – Roundhead en Cavalier – bestaan de nodige opnamen, maar deze oudere heeft de beste rolbezetting van alle. We kennen deze protagonisten ook uit de opname van La sonnambula waar ze een even ijzersterke indruk maakten. Het is hier Pavarotti die de show steelt met een hoge C bij opkomst en en hoge F in de finale als het ware met een optreden vol zelfbewust flair. Sutherland klinkt soms lichtelijk zelfbewust, mogelijk als begrijpelijke reactie op haar tegenspeler, maar ze zorgt wel voor een aantal fraaie momenten, zeker wanneer ze over haar verraad zingt in haar waanzin. Haar echtgenoot Richard Bonynge gunt haar de nodige vrijheid op het punt van tempi, maar dat is draaglijk. Piero Cappuccilli en Nicolai Ghiaurov vullen het team met prestaties op het hoogste niveau aan.

Voor iets minder geslaagde alternatieven zorgen Callas/Serafin (EMI 556.275-2) en Muti (EMI 769.663-2).