CD Recensies

BRAHMS: CELLOSONATES NR. 1 EN 2, HECKER

Brahms: Cellosonates nr. 1 in E op. 38 en 2 in F op. 99. Marie-Elisabeth Hecker en Martin Helmchen. Alpha 223 (52’39”). 2015

 

“Een landschap verscheurd door mist en wolken waarin ik de ruïnes van oude kerken kan ontwaren…. dat is Brahms”, merkte Grieg ooit op. Die beschrijving past aardig bij Brahms’ eerste cellosonate, een werk dat resoneert met echo’s uit een muzikaal verleden, met verwijzingen naar Bach in het menuet en trio. Het eerste deel dreigt echt uit de Hamburgse mist op te doemen Wanneer de zonneschijn van E-groot doorbreekt, vinden we een moment van troost en verloopt dit deel naar een gouden zonsondergang. De sonate eindigde aanvankelijk na het delicate menuet en het chromatische, golvende trio. Brahms voegde de  snelle fuga pas in 1865 toe

De tweede sonate die twintig jaar later in 18… werd geschreven heeft een grootser structuur en een bijna symfonische klank in een goede uitvoering. Het eerste deel dat wordt gekenmerkt door heroïek en durf  (met een cello die die van leer trekt met een vloedgolf van tremoli) maakt plaats voor een haast hartverscheurend langzaam deel. De dynamische,gesyncopeerde storm van het scherzo die als ‘gepassioneerd’ is omschreven, werpt zich met zijn volle gewicht op de luisteraar, slechts onderbroken door een andere hemelse melodie in het trio. Het zorgeloze laatste deel lijkt wat inconsequent en het is de realisatie van die finale die de geslaagde en de minder geslaagde vertolkingen van elkaar onderscheidt.

Marie-Elisabeth Hecker en Martin Helmchen redden beide sonates van een deels loodzware traditie. Waar sommige verklankingen eerbiedwaardig serieus zijn, is deze afwisselend explosief, extatisch, steeds voortgedreven door een opmerkelijke energie en spanning.

Natuurlijk hebben Hecker en Helmchen hier het rijk niet alleen. De afgelopen twintig jaar gingen steeds meer dames Hecker voor: Anne Gastinel (Auvidis V 4817), Laura Buruiana (Coviello COV 51204), Magda Amara (Capriccio C 5173), Sonia Wieder-Atheron (RCA 88697-20187-2) en Ophélie Gaillard (Aparté AP 053).

Om op manlijke rivalen als Rostropovich (DG 410.510-2), Isserlis (Hyperion CDA 67529) en Leroy (Zig-Zag territoires ZZT 07020-2) maar niet nader in te gaan.

Maar zonder in detail te vergelijken: Marie-Elisabeth Hecker en Martin Helmchen zijn het op zich waard hooglijk gewaardeerd te worden.