CD Recensies

BRAHMS: STRIJKKWARTETTEN NR. 1-3; PIANOKWINTET

Brahms: Strijkkwartetten nr. 1 in c op. 51/1, 2 in a op. 51/2 en 3 in Bes op. 67; Pianokwintet in f op. 34. Till Fellner met het Belcea kwartet. Alpha 248 (2 cd’s, 2u. 29’40”). 2015

 

Omdat hij zo’n uitgesproken grote zelfkritiek had verdween een hele stapel schetsen – genoeg voor wel twintig kwartetten, naar hij ooit beweerde - van kwartetmuziek van Brahms in de prullenbak omdat hij volgend zichzelf onvoldoende goede ideeën had. Het genre was natuurlijk ook sterk voorbelast dank zij de werken van Haydn, Mozart en Beethoven in dit genre. Brahms was tenslotte haast manisch ontevreden over zichzelf.

Maar  gelukkig voor ons vond dit drietal kwartetten wel genade en bij nader inzien blijkt dat hij ze op originele wijze voor geslaagde experimenten gebruikte. Pas in 1873 durfde hij het aan om de twee kwartetten uit opus 51 uit te geven. Twee jaar later volgde er nog eentje voordat hij de symfonie nr. 1 voltooide.

Wat we gelukkig dus hebben, zij het grootschalige, welhaast heroïsche werk in c, het gematigder kwartet in a en het schijnbaar zorgeloze dito in Bes.

In de loop der jaren verschenen aardig wat opnamen van dit drietal kwartetten, te beginnen in 1960 met het Amadeus kwartet (DG 457.707-2) en vervolgd door o.m. het Alban Berg kwartet (eerst Teldec 4509-95503-2, later EMI 754.829-2 ), het Nieuwe Boedapest kwartet (Hyperion CDD 22018).

Toen nog in andere samenstelling gaf het Belcea kwartet met kwartet nr. 1 en het tweede strijkkwintet een voorproefje wat ging komen in 2004 (EMI 557.661-2). Nu is er de hele reeks, krachtig gespeeld en met een voortreffelijk gevoel voor de bouw van deze werken door de vier musici rond Corina Belcea-Fisher. Maar er wordt ook warmte en spontaniteit in het musiceren gebracht. En gezorgd dat de dramatische inhoud en de lyrische vloed goed in evenwicht blijven. Deze musici hebben de ideale sfeer van het eerste en laatste deel van het kwartet in c gevonden, maar hebben zich ook kunnen ontspannen voor het subtiele scherzo en de schitterende Romanze. Ze hebben het kwartet in a, in sommige opzichten het lastigste werk van de drie, volkomen doorgrond en gaan voortvarend van start in het Bes-groot kwartet. In het derde deel speelt de altviool de hoofdrol.

De intonatie is perfect, het samenspel unaniem en de aandacht voor dynamische aanduidingen correct. Gelukkig wordt ook het klankbeeld duidelijk gehouden.

In het pianokwintet is de inbreng van Till Fellner mooi ontvankelijk en karakteristiek. Hij klinkt spontaan, gevoelig en expressief.

Het werd tijd voor een goede, nieuwe versie van het drietal Brahmskwartetten en deze uitgave zorgt daar op uitstekende wijze voor. Momenteel is er haast geen betere, maar de rivaliteit is getalsmatig ook nogal beperkt.

Interessant is nog dat vrijwel tegelijkertijd ook de complete strijkkwartetten van Beethoven (Alpha 262, 8 cd’s) van het Belcea kwartet verschijnen en het Italiaans kwartet (Philips 454.062-2, 10 cd’s), het Végh kwartet (Valois V 4400, 8 cd’s) geduchte concurrentie aandoen.