CD Recensies

BUXTEHUDE: HORTUS MUSICUS IV; TRIOSONATES

Buxtehude: Hortus musicus IV in d; Sonates in G BuxWV. 271, in C BuxWV. 266, in F BuxWV. 269; Reincken: Suite in a uit Hortus musicus I. La rêveuse o.l.v. Benjamin Perrot. Mirare MIR 074 (67’11). 2008

 

Buxtehude: Sonates voor viool gamba en b.c. in a BuxWV. 27, in g BuxWV. 261. Op. 2/3 en in Bes BuxWV, 273; Sonate en suite in D uit Zweystimmiger Sonaten und Suiten !; Sonate voor 2 viola da gamba’s in D BuxWV. 267; Anoniem: Viola da gamba solo in d. La Rêveuse. Mirare MIR 303 (69’10”). 2016

 

De Deense componist Dietrich Buxtehude (ca. 1668-1707) werd in 1668 aangesteld als organist van de Marienkirche in Lübeck en van daaruit verbreidden zijn roem en invloed zich over heel Europa. Zijn middagconcerten trokken bezoekers van heinde en verre, inclusief de jonge Bach die uit Arnstadt kwam lopen om hem te horen en bij hem te studeren.

Buxtehude cultiveerde de zogenoemde stylus phantasticus, een vrije, improvisatorische stijl van componeren en spelen die hij combineerde met het gedisciplineerde, sterk doordachte contrapunt. Deze was zeer contrastrijk en vereiste veel begrip en aanpassingsvermogen van verbeeldingsvolle, virtuoze interpreten. Het bekendst werd hij met zijn orgelwerken,  maar gelukkig is er veel meer, zoals de gamba trio- en andere sonates.

Het Franse ensemble La rêveuse dat bestaat in wisselende bezettingen speelde aanvankelijk op de eerste cd mede violisten Simon Heyerick en Stéphan Dudermel, gambiste Florene Bolton, Angélique Nouillo (hrp), Benjamin Perrot (theorbe) Bertrand Cullier (kl/org) en Emmanuel Mandrin (org) en later op de acht jaar later verschen tweede cd met Stéphan Dudermel (v), Florence Bolton (vdg), Emily Audrin (vdg), Benjamin Perrot (theorbe), Carsten Lohoff (kl) en Sébastien Wonner (org).

Dat op de eerste cd triosonates van Buxtehude en Johann Adam Reincken (1623-1722) zijn gecombineerd heeft een grote logica. Immers beide componisten waren belangrijke figuren in de Noord Duitse muziekwereld en ze musiceerden ook samen, zoals een schilderij van Johannes Voorhout laat zien met Reincken achter het klavecimbel en Bustehude met een gamba. Maar de relatie gaat verder terug, want ze studeerden allebei bij Heinrich Scheidemann.

Alleen bleef Reincken veel onbekender dan Buxtehude. Een deel van zijn verzameling sonates uit Hortus musicus (1687) is vastgelegd door het Purcell kwartet (Chandos CHAN 0664), meer Partita’s door Les cyclopes (Pierre Verany PV 79605-2).

Reinckens sonates zijn goed geconstrueerde suite-achtige werken in een sobere mineurgedaante. De sonates van Buxtehude hebben een zonniger karakter en nin vrijere vorm gegoten. Ze bevatten mooi gecontrasteerde soli voor de beurtelings optredende instrumenten.

La rêveuse zorgt voor welluidende, stijlvolle vertolkingen en laat in de continuokeuken orgel, klavecimbel, theorbe en harp voor wisselende klanken zorgen. Enige virtuositeit is wel noodzakelijk en wodt ook getoond. De muziek klinkt desondanks over het geheel vrij gemoedelijk.

De tweede cd borduurt mooi voort op dezelfde leest en bevalt evenzeer.