CD Recensies

BORTKIEWICZ: PIANOCONCERTEN NR. 1-3;

Bortkiewicz: Pianoconcert nr. 1 in Bes op. 16; Arensky: Pianoconcert in f op. 2; Fantasie over Russische volksliedjes op. 48. Stephen Coombs met het BBC Schots symfonie orkest o.l.v. Jerzy Maksymiuk. Hyperion CDA 66624 (70’40”). 

 

Bortkiewicz: Pianoconcerten nr. 2 (voor de linkerhand) op. 28 en 3 op. 32 Per aspera ad astra. Stefan Doniga met het Janácek filharmonisch orkest Ostrava o.l.v. David Porcelijn. NM C 1317-2 (58’32”). 2008

 

De in Charkov geboren Oekraïnse componist enn pianist Sergei Bortkiewicz (1877-1952) schreef in de twintigste eeuw nog muziek die stevig verankerd is in de laat-romantische (Russische) traditie. Wie dus houdt van de pianoconcerten van Rachmaninov, Medtner en Scriabin zal zich ook bij hem thuis voelen.

Zijn eerst geschreven pianoconcert op. 1 vernietigde hij en maakte plaats voor op. 16 uit 1913 en geeft blijk van die idiomatisch conservatieve volgzaamheid, gelukkig met ook wat eigen virtuoze trekken. Makkelijk uitvoerbaar is het zeker niet, maar Stephen Coombs kan het goed aan.

Veel Chopinesker is het Pianoconcert van Arensky uit 1882, een heel innemend werk met een aantal leuke ideeën, gevoelig voorgedragen hier. De korte aanvulling met de Fantasie over Russische volksliedjes is al even aangenaam van aard.

In 1924 leverde de componist zijn voor de linkerhand geschreven tweede pianoconcert aan oorlogsinvalide Paul Wittgenstein af. Die claimde dat alleen hij het mocht spelen en dat gebeurde ook wel in de periode 1924-1930. De net zo gehandicapte pianist Siegfried Rapp (1915-1982) mocht het pas in 1952 openbaar uitvoeren.

Het werk is duidelijk verwant met het tweede concert van Rachmaninov, maar het voorbeeld had slechter gekozen kunnen zijn.

De ondertitel Per aspera ad astra van concert nr. 3 uit 1926 ging ook snel in première nadat de componist zich in Duitsland had gevestigd. Het werk bevat een vredig lento tweede deel en een glorieuze finale.

Het is nogal merkwaardig dat de opname van het tweede en derde Pianoconcert in het Tsjechische Ostrava is gemaakt met een Roemeense (?) pianist en een Nederlandse dirigent op een Nederlands label. Doch laten we daar blij om zijn, want deze opera is behoorlijk geslaagd en alternatieven zijn er niet.

Nadejda Vlaeva speelde een aantal pianowerken van Bortkiewicz op Hyperion CDA 68118.

Bortkiewicz doorstond de oorlogsjaren in Berlijn, maar verhuisde daarna terug naar Wenen waar hij nog genoot van een ereconcert met eigen werken en kort daarop in 1952 overleed.