CD Recensies

BOULEZ: DIALOGUE DE L'OMBRE DOUBLE

Boulez: Répons; Dialogue de l’ombre double. Alain Damiens (kl); Ensembe intercontemporain o.l.v. Pierre Boulez. DG 457.605-2 (60’47”). 1998

 

Boulez: Dialogue de l’ombre double met werken van Berio en Webern. Vincent David (sax) met het Ensemble Quaerendo invenientis o.l.v. Renaud Déjardin. Aeon AECD 0860 (56’32”). 2007

 

Boulez: Dialogue de l’ombre double met werken van Kurtág en Schoeller. Pascal Gallois (fag). Stradivarius STR 33625 (49/33”). 2002

 

Boulez: Dialogue de l’ombre double; Tamminga/Bosgraaf: Dialogues. Etik Bosgraaf (blokfl.) en Jorrit Tamminga (eletrconica). Brilliant Classics 94.842 (66’39”). 2014

 

Boulez schreef zijn uit ‘Sigle initial’, 6 ’Strophes’ en 6 ’Transitions’ bestaande Dialogue de l’ombre double oorspronkelijk in 1984 voor klarinetsolo als cadeau voor de zestigste verjaardag van zijn Italiaanse collega Luciano Berio, waarschijnlijk indachtig diens Sequenza’s voor solo instrumenten. De titel van het werk is afgeleid van een tafereel uit het toneelstuk Le soulier de satin (de satijnen slof) van Claudel

Het is weliswaar een zeer modern werk, maar het is ook best aantrekkelijk voor een groter publiek. De klarinettist treedt hier op in dialoog met zichzelf door middel van eerder van hemzelf gemaakte bandopnamen, waarbij het elektronische geluid klinkt via zes luidsprekers die ruimtelijk rond het publiek zijn opgesteld. Het is weliswaar niet het meest ambitieuze, maar wel een an de aardige werken waarin Boulez levende muziek combineert met electronica in een mogelijke poging om met een melodie instrument iets van de menselijke stem te bewerkstelligen. In het echt uitgevoerd krijgt het werk een licht theatraal aspect omdat de elektronische versie steeds beweeglijker  en ‘echter’ wordt en op den duur haast gaat domineren. Het klarinetorigineel is er heel mooi van Alain Damiens. De saxofoon van Vincent David en de fagot van Pascal Gallos voegen wat warmere kleuren toe aan het werk. Maar Erik Bosgraaf maakt er echt wat bijzonders van door afwisselend een sopranino-, sopraan- en altblokfluit te gebruiken en veel variatie in het ongeveer negentien minuten durende werk te realiseren.