Bach, J.S.: Cantates nr. 56 Ich will den Kreuzstab gerne tragen BWV. 56, 95 Christus, das ist mein Leben BWV. 95 en 161 Komm, du süße Todesstunde BWV 161. Lia Andres (s), Alexandra Rawohl (a), Clemens Flämig (t), Klaus Mertens (bs) c.q. Julia Sophie Wagner (s), Charles Daniels (t), Matthias Helm (bs) c.q. Alex Potter (altus) en Daniel Johannsen (t) met koor en orkest van de J.S. Bach-Stiftung o.l.v. Rudolf Lutz. J.S. Bach-Stiftung St. Gallen (CH) 8664 (53’15”). 2009/15

Van de drie cantates uit aflevering nr. 22 van de volledige vocale werken van Bach die de Bach-Stiftung uit het Zwitserse St. Gallen verzorgt, is nr. 56 het bekendst. Het is een solocantate bestemd voor de negentiende zondag na Drievuldigheid waarin een devote Christen het kruis van Christus overneemt totdat hij in het beloofde land wordt opgenomen. Deze bascantate uit 1726 is vermoedelijk in Leipzig geschreven voor Johann Christoph Samuel Lipsius die daar destijds rechten studeerde en regelmatig baspartijen in cantates van Bach zong. Op jaarbasis kreeg hij daarvoor 12 Talers betaald. Hier neemt de ervaren Bach specialist Klaus Merten deze rol waar. Het werk voor vierstemmig koor bevat mooie hobopartijen en een fraaie cello obbligato partij.

De beide andere cantates mogen wat minder bekend zijn, ze zijn evenzeer de moeite waard.

Wat de uitvoeringen betreft, heeft het ensemble van de Bach-Stiftung intussen zijn waarde wel bewezen. Door te werken met gastsolisten en uit het koor onttrokken anderen staan de kleinschalige, in de toelichting goed gedocumenteerde vertolkingen op behoorlijk hoog niveau. Ht intieme Evangelische kerkje in Trogen zorgt voor een goede akoestische ambiance.