Balada: Ballet city voor kamerensemble; Caprichos nr. 6/1-4 voor klarinet en piano; Caprichos nr. 7 ‘La tarara’ nr. 1-4 voor klarinet en kamerensemble; Spiritual voor cello en piano; Caprichos nr. 10 ‘La pastorata’ voor pianotrio. Luis Fernández-Castelló (kl), Jon Sureda (p), Pere Joan Carrascosa (vc), Óscar Oliver (p), Marcos Sanjuan (v) met het Ensemble Col legno o.l.v. Robert Ferrer. Naxos 8.579036 (64’37”). 2017

De Spaanse componist Leonardo Balada (1933) werd in Barcelona geboren, studeerde daar aan het Liceo conservatorium en later aan Juilliard bij Persichetti en Dello Joio.

In zijn muziek maakte Balada een interessante ontwikkeling door. Op zijn rote begon hij in neoklassieke stijl, ging in de jaren zestig over op atonaliteit en zonder die geheel te verwaarlozen vonden daarna volksmuziek invloeden ingang. In dit verband sprak Balada van ’surrealistische transformatie’. De gevolgen blijken nogal wisselend, maar wel steeds interessant. Iemand d in de post-Rodrigo tijd met een eigen stem die vrij compromisloos het verleden met het heden verbindt.

De verschillende Caprichos zijn in wezen suites met dansmuziek die niet zelden een programmatische achtergrond hebben. Niet zelden teruggrijpend op de Spaanse historie.

De verschillende bij deze opname betrokken musici bewijzen een waardevolle dienst aan de componist die ze netjes in al zijn creativiteit volgen.

Naxos zet zich sterk in voor Balada, want onder meer op 8.557343, 8.557749, 8.573047, 8.572176 en 8.572625 is meer van zijn werk te vinden.