CD Recensies

BEETHOVEN: SYMFONIEËN NR. 1-9, SARASTE

Beethoven: Symfoniëen nr. 1-9. Laura Aitkin (s), Ingeborg Danz (a), Maximilian Schmitt (t), Tareq Nazmi (bs) met het WDR- en NDR omroepkoor en het WDR omroeporkest Keulen o.l.v Jukka Pekka Saraste. Profil Medien  5 CD PH 18066 (5u., 43’34”). 2017

Het aantal volledige opnamen van Beethovens negen symfoniëen nadert (althans op papier) de 200. Er is becijferd dat dit nr. 176 zou zijn. Zo bezien  lijkt het onnodig daar nog wat aan toe te voegen. Maar lang niet alle zijn leverbaar en de moeite waard, dus nieuwkomers als ze echt wat te melden hebben, zijn altijd welkom. Bovendien is er steeds een nieuwe generatie die voor het eerst wil kennismaken met deze in iedere standaardverzameling onmisbare muziek.

Tenzij uit historische interesse zal wel niemand meer geïnteresseerd zijn in de opnamen van Toscanini (Music & Arts CD 1203) uit 1939, Mengelberg (Philips 462.526-2) uit 1940 en Furtwängler (EMI 763.606-2) uit 1948/54.

Echt behoefte aan een nieuwe uitgave is er dan wel niet, maar Saraste trekt wel de aandacht met een stel vertolkingen dat zeer de moeite waard is. Deze uitgave werd voorafgegaan door nr. 4 en 5 (Profil PH 17084) die al een voorproefje gaven van de kracht van Sarastes interpretaties.

In nr. 1 en 2 begint hij nog wat speels Haydnesk, maar vanaf nr. 3, rustig opgebouwd met verrassend kalme tempi, terwijl die elders over het geheel aan de vlotte kant zijn, begint een stel indringende, heldere interpretaties.

Bepalend is natuurlijk hoe nr. 9 lukt. Hier beschikt de dirigent niet over wereldberoemde solisten, maar ondanks enige schrilheid in het hoogste register levert Laura Aitkin een mooie bijdrage, de jonge tenor Maximilian die zijn lastige partij met gemak beheerst een aangename verrassing, de alt  Ingeborg Danz meer dan gedegen en de bas Tariq Nsazmi als minste van het stel solisten. De beide omroepkoren zijn geweldig. Als geheel biedt de uitvoering vooral grandeur en misschien wat minder opwinding. 

Het Keulse orkest mag dan niet de glans van beroemdere ensembles hebben, het levert wel een heel goede bijdrage.

Zo werd dit een uitgave waaraan zeker niet schouderophalend voorbij mag worden gegaan. De opname heeft een voortreffelijke kwaliteit, maar dat was te verwachten van het ervaren Keulse opnameteam. In schoolrapport cijfers uitgedrukt: een 8 voor uitvoering, een 9 voor opname.

Dat intussen degenen die al in het bezit zijn van een van de overige ‘beste’ opnamen van Harnoncourt (Teldec 3984-28144-2), Abbado (DG 477.5864), Chailly (Decca 478.349-2) en Karajan 1961/2 (DG 463.088-2) rustig en zeker achterover kunnen leunen, niet direct beducht voor een geduchte rivaal, moge ook duidelijk zijn.