CD Recensies

BACH, J.S.: KUNST DER FUGE, DIE, EMERSON KWARTET

Bach: Die Kunst der Fuge BWV 1080; Koraal Vor deinen Thron tret ich hiermit. Emerson kwartet. DG 474.495-2 (80’08”). 2003 

Van Bachs polyinterpretabele, abstracte werk verschenen talloze opnamen: van een kamerorkestbezetting (Marriners Academy, Philips en de Amsterdamse Bachsolisten op Ottavo) via kleinere ensembles (Hespèrion XX op Astrée, Musica antiqua op Archiv, Concerto italiano op Opus 111) via saxofoonkwartet (Berlijns saxofoon kwartet op CPO), strijkkwartet (Juilliard kwartet op Sony, Delmé kwartet op Hyperion, Keller kwartet op ECM) tot piano (Rosen op Sony, Sokolov op Opus 111), 2 klavecimbels (Leonhardt & Van Asperen op Harmonia Mundi, Koopman en Mathot op Erato) en orgelsolo (Tachezi op Teldec en Isoir op Calliope). Keuze te over naar eigen voorkeur, interessant zelfs om over meerdere versies te beschikken.

Omdat Bachs laatste werk vierstemmig is, leent het zich uitstekend voor een uitvoering door een strijkkwartet. Probleem is alleen dat enige lage tonen in de partijen van de tweede viool en de altviool buiten hun normale bereik vallen. Om het werk zonder registerveranderingen te kunnen uitvoeren, werden de bewuste noten op altviool c.q. tenorviool die een kwarttoon lager reikt gespeeld. Het Delmé kwartet koos een andere oplossing en transponeerde het hele stuk daarom van d-klein naar g-klein.

Beter dan hier door de Emersons kan ’s componisten contrapunt haast niet duidelijk worden gemaakt. Elke speler kleurt en karakteriseert zijn eigen individuele stem inbinnen het homogene geheel. Probeer ter illustratie de zevende Contrapunctus waarin Bach het thema in drie verschillende tempi door elkaar goochelt. Lastig te realiseren, maar hier prachtig uitgevoerd. Een andere noviteit is dat het ensemble onderling van plaats wisselt om ook akoestisch duidelijk de verschillen tussen de gewone en de omgekeerde fuga’s van Contrapunctus 11 en 12 te verduidelijken. Ook de duetten tussen viool en altviool in de Canon nr. 16 en viool en cello nr. 17 komen fraai uit; De onvoltooide viervoudige Fuga (nr. 14) wordt hoogst geconcentreerd gespeeld tot waar midden in een frase zijn pen neerlegde.

Deze doorleefde, bij vlagen etherisch geacheveerde exegese van een lastig werk door het Amerikaanse strijkkwartet legt de structuur helder open, de spelers zijn gelukkig karig met vibrato en houden het abstractieniveau hoog, het resultaat had hooguit wat meer warmte kunnen uitstralen, maar de aanpak die nu eens gedurfd, dan weer dansant is doet het werk best recht. Zeker naar het slot toe wordt de interpretatie geleidelijk ook wat gevoeliger en vibratorijker. Een ware trouvaille is om het werk bij wijze van epiloog af te ronden met het prachtige koraal Vor deinen Thron tret ich hiermit die Bach vanaf zijn sterfbed dicteerde.  De opname laat in een sobere akoestiek geen detail onbelicht.