CD Recensies

BEETHOVEN: LIEDEREN, GENZ

Beethoven: An die ferne Geliebte op 98; An die Hoffnung op. 94; Maigesang op. 52/4;  Adelaide op. 46; Der Liebende WoO 139; Klage WoO 113; Neue Loebe, neues Leben op. 75/2; 6 Lieder von Gellert op. 48. Stephan Genz (bariton) en Roger Vignoles (piano). Hyperion CDA 67055 (69’12”). 1998

 

Stephan Genz, ten tijde van deze opname nog twen – lijkt als het ware als volleerd liederenzanger op het podium te zijn gesprongen en het lijkt of hij daarmee zijn ambitie boven zijn muzikale ontwikkeling stelde. Maar nee gelukkig: Genz vestigde de aandacht op zichzelf met de schoonheid van zijn stem en de volkomen natuurlijke wijze waarop hij die gebruikt. Er is hier werkelijk niets dat op gekunsteldheid wijst. De frisheid en spontaniteit zijn hartverwarmend.

De populaire, ook vaak opgenomen cyclus An die ferne Geliebte krijgt een stralende, mooi vormgegeven en verbaal zuivere, attente vertolking waarin echt van verlangen naar de onbereikbare liefde sprake is, een stemming die keurig intact wordt gehouden dankzij Vignoles’ zeer bewuste begeleiding. Het (de) half lied, half aria Adelaide wordt met evenveel vuur voorgedragen. In de zes Gellertliederen toont de zanger ons een ander beeld, eentje van spirituele nadruk. En al even overtuigend klinkt een vijftal van Beethovens Goetheliederen, waarvan vooral het verlangen uit ‘Wonne der Wehmut’ en ‘Sehsucht’ ideaal zijn aangeduid. De opname is proportioneel fraai.