CD Recensies

BEETHOVEN: PIANOCONCERTEN NR. 2, 3 ARGERICH

Beethoven: Pianoconcerten nr. 2 in Bes op. 19 en 3 in c op. 37. Martha Argerich met het Gustav Mahler kamerorkest o.l.v. Claudio Abbado. DG 477.5026 (64’02”). 2000/2004

 

Wie meent dat Argerich principieel alle werken die ze speelt virtuoos stormenderhand neemt, moet om te beginnen eens luisteren naar het hier zeldzaam verstild poëtische en innige Largo uit het derde concert. Gek eigenlijk dat ze zich nooit waagde aan een complete cyclus van deze werken. Het bleef bij tweemaal het eerste concert (in 1985 met Sinopoli voor DG en in 1992 met Wallberg voor EMI) en driemaal het 2e concert (ook met Sinopoli, DG, met Wallberg, EMI en London Sinfonietta, RCA). De resterende drie bleven door haar op cd onaangeroerd al die jaren en het 3e concert legde ze dus pas ‘live’ in februari 2004 op in het Teatro comunale in Ferrara, het tweede concert vier jaar eerder in dezelfde locatie.

In dat tweede concert – chronologisch het eerste – toont ze eens temeer de voor dat werk nodige onvervaardheid als superbriljante musicienne. Maar wat vooral – overigens in beide werken – treft, is haar creatieve fantasie, die de muziek van binnenuit extra leven geeft. Haar toucher is licht in het tweede en wat forser in het derde concert en de mate van concentratie, zeker in dat Largo, is heel bijzonder. De duidelijk meedenkende en –voelende Abbado toont zich met het alerte Chamber orchestra of Europe dat met Harnoncourt ook Aimard al zo puntig begeleidde een ideale partner met belangwekkende eigen inbreng. Momenten te over war dat blijkt.

Zo werden dit heel bijzondere uitvoeringen van overbekende werken; ze verdienen een ereplaats naast die van bijvoorbeeld Perahia en Solomon en overtreffend de combinatie Brendel/Rattle in dezelfde combinatie.