CD Recensies

BACH, J.S.: KUNST DER FUGE, FOCCROULLE

Bach, J.S.: Die Kunst der Fuga BWV 1080. Bernard Foccroulle (orgel). Ricercar RIC 303 (2 cd’s, 95’35”). 2010

 

Bachs laatste compositie, waarvan de titel niet door hemzelf is bedacht, bestaat uit een viertal canons en veertien contrapuncti waarin het hele gamma van fugatische omzettingen wordt getoond. Het werk toont de academische Bach ten voeten uit en maakt meteen duidelijk hoe knap hij puzzels kon oplossen. Dat gebeurt niet op pedante wijze, maar getuigt vooral van energie en inspiratie.

Omdat de componist geen aanwijzingen gaf over de instrumentatie, is de grote vraag in de uitvoeringspraktijk: welke oplossing kiezen we? De oplossing van die vraag heft geleid tot een veelheid aan min of meer uitstekend te verdedigen oplossingen. Dat gaat van één  klavecimbel (Gilbert, Archiv 427.673-2), 2 klavecimbels (Tini Mathot en Ton Koopman, Erato 0630-16173-2) piano (Rosen, Sony 63231; Aimard, DG 477.7345) en orgel (Marie-Claire Alain, Erato 4509-91946-2, Lionel Rogg, EMI381.766-2; Hans Fagius, BIS CD 1034; Helmut Walcha moet op Archiv een der eersten zijn geweest) via consort (Fretwork, Harmonia Mundi HMU 90.7296; Phantasm PSC 1135)), strijkkwartet (Keller kwartet, ECM 1652), saxofoonkwartet (Aurelia saxofoonkwartet, Etcetera KTC 1088) tot kamerorkestorkest (Marriner, Philips 442.556-2, Alessandrini, Opus 111 OP 30191). Om maar een keuze te doen.

Voor zijn orgelopname koos organist Foccroulle bewust het door Dominique Thomas in 2007 gebouwde orgel uit de Straatsburgse gereformeerde Temple du Bouclier. Een instrument naar Midden-Duits achttiende eeuws voorbeeld waarvan de orgelbrief keurig in de documentatie is opgenomen. Hij speelt  passend helder voor zulke extroverte muziek  in een zelfgekozen, beargumenteerde volgorde en hij benadert de muziek gelukkig heel verfrissend en ongeaffecteerd. Het werk klinkt zo heel muzikaal in goed gekozen tempi en mooie registratie. Lionel Rogg overtuigt met wat stug spel op het Marcussenorgel van de St. Nikolaaskerek in het Deense Aabenraa ietsje minder, Hans Fagius op het orgel van de Kopenhaagse garnizoenskerk blijft zo de geduchtste rivaal van Foccroulle, wat een warme aanbeveling inhoudt.